EPE - Epe gaat werk maken van de bescherming van cultuur- en natuurhistorisch erfgoed. Dat wordt zelfs een hoofdlijn van het gemeentelijk beleid.

Het gemeentebestuur heeft dat al vastgelegd bij de totstandkoming van het collegeakkoord 2006-2010 en is daar inmiddels ook toe verplicht door nieuwe regelgeving van het Rijk en de provincie.

Epe gaat haar bedoelingen verwoorden in een beleidsnotitie. Uitgangspunt is dat cultuur- en natuurhistorische objecten niet aangetast mogen worden door bijvoorbeeld nieuwbouwplannen. Dat geldt niet alleen voor gebouwen - Epe heeft 26 Rijks- en 40 gemeentelijke monumenten - maar ook voor bijvoorbeeld sprengen en beken, enken, dorpsgezichten, bosgebieden en plantsoenen.

Burgemeester en wethouders zeggen nu dat cultuurhistorie ,,de laatste jaren meer en meer wordt gezien als een kwaliteit die in te zetten is bij onder andere ruimtelijke planvorming en toeristische/ recreatieve ontwikkelingen. Daarnaast draagt cultuurhistorie in belangrijke mate bij aan de identiteit van een plaats. Cultuurhistorie vormt geen last binnen het ruimtelijk planvormingsproces, maar kan op een inspirerende manier een kwaliteitsbijdrage leveren aan dorpen en landschappen.''

De gemeente gaat eerst inventariseren welke cultuur- en natuurhistorische waarden behouden zouden moeten blijven. Ze wil daarvoor ook gebruik maken van de historische kennis die onder meer het streekarchief, het streekmuseum en historische verenigingen als Ampt Epe en de Stichting Behoud hebben vergaard.

Bovendien moet de gemeente een archeologische verwachtingskaart maken; daarop moet precies worden aangegeven waar onder meer archeologische vondsten te verwachten zijn. Dat is actueel nu de bouw van een nieuw wijkje in Oene-West is vertraagd door archeologische vondsten.

Een van de nevendoelen van de gemeente met het cultuurhistorisch beleid is dat het cultuurhistorisch besef in de samenleving vergroot moet worden. Het beleid moet in september 2009 een feit zijn.