VOORJAARSEXCURSIE AMPT EPE.
Op zaterdag 25 mei jl. vond de jaarlijkse voorjaarsexcursie plaats, waarvoor zich een 26-tal leden had aangemeld. Om 14.00 uur startte de excursie op het voorplein van Kasteel de Canneburgh in Vaassen onder leiding van Wil Smit en Frans Schumacher. Het thema was “in het spoor van de fam. van Isendoorn”. Deze familie heeft Kasteel de Cannenburgh meer dan 300 jaar onafgebroken in bezit gehad. Wil Smit begon met een korte uitleg over de geschiedenis van het kasteel dat in zijn huidige vorm vanaf het midden van de 16e eeuw altijd een woonfunctie heeft gehad. Van oorsprong is het wel een versterkt kasteel geweest. Toen Maarten van Rossum in 1543 eigenaar werd van de Cannenburgh was het een vervallen ruïne. Het westelijk gedeelte van het kasteel bleef voorlopig in die staat, het oostelijke deel werd weer opgebouwd in Italiaanse Renaissance stijl, hetgeen nu nog duidelijk is te herkennen in het fronton, waarin een aantal Renaissance details zijn te zien, o.a. een aantal schelpmotieven. Maarten zelf heeft de voltooiing van de verbouwing niet meer meegemaakt. Na zijn dood ging het kasteel over op zijn zuster Margaretha, die gehuwd was met Hendrik van Isendoorn, die de verbouwing in 1555 voltooide. Vanaf dat moment kwam het in bezit van de Fam. van Isendoorn. Er zijn in de loop van de tijd verschillende aanpassingen en verbouwingen aan het kasteel uitgevoerd. Zo werd er door Elbert van Isendoorn en zijn broer in 1666 een (schuil) kapel in het kasteel ingericht, omdat het Rooms Katholieke geloof in die tijd niet openlijk beleden mocht worden. Vanaf het begin van de 18e eeuw begon de bloeiperiode van de Cannenburgh. Onder Johan van Isendoorn werden de beide zijgebouwen opgetrokken en kwam er veel grond rondom het kasteel in familiebezit. Ook praktisch alle watermolens kreeg de familie in eigendom of beheer, waardoor de noodzakelijke inkomsten konden worden gegenereerd. De laatste van Isendoorn, Frederik, overleed, evenals zijn broer kinderloos, in 1865. Het kasteel kwam in eigendom van Graaf van Lynden. Daarna kwam het in handen van een Duitse eigenaar Baron van Kleve, die er tot de 2e wereldoorlog woonde. Omdat het kasteel Duits bezit was geweest werd het na de oorlog geconfisqueerd. In 1951 werd de Cannenburgh voor het symbolische bedrag van 1 gulden verworven door de Stichting Geldersche Kasteelen, die toen voor de immense taak stond het sterk vervallen kasteel te restaureren. Dat men daarin goed is geslaagd toont het huidige kasteel de Cannenburgh dat weer compleet in oude luister is hersteld.
Hierna begint de wandelexcursie via de Julianalaan naar de Dorpsstraat. Wij komen langs het z.g. Kersendijkje, waarschijnlijk zo genoemd naar degene die het weiland ernaast had gepacht nl. de eigenaar/beheerder van Café De Valk die Kers heette, waardoor de naam Kers zien dieksien in de Vaassense volksmond het Karsendieksien werd. Het is ook als een zg. Kerkenpad gebruikt en ook de naam meulenpaachien (genoemd naar de Cannenburgher Molen) werd wel gebruikt. In de Dorpsstraat komen we aan op de plaats waar tot 1961 het (roemruchte) café De Valk stond. Begin 1800 was de toenmalige herberg in eigendom van Frederik van Isendoorn.Toen hij was overleden werden verschillende bezittingen van de Cannenburgh geveild, zo ook Herberg De Valk. In de loop van de tijd heeft De Valk diverse eigenaren gehad, waaronder de genoemde Fam. Kers, die aan de achterzijde van het café ook nog een boerderij had. Café de Valk heeft in de Vaassense gemeenschap een roemruchte geschiedenis gekend, waarbij tijdens feestdagen en kermissen de gemoederen nog wel eens danig verhit werden. In de loop der tijd werd het verkeer in de Dorpsstraat steeds drukker en dat leidde er uiteindelijk toe dat de gemeente het pand opkocht en in 1961 opdracht gaf het te slopen. Verder gaat de wandeling door de Dorpsstraat en we komen bij de Hervormde Kerk. Deze staat op historische grond want in de 8e eeuw wordt er al melding gemaakt van het bestaan van een houten kapel, die er tot ca. 1000 gestaan moet hebben. Toen is er een stenen kerk gebouwd. Het oudste deel van de huidige kerk is de toren, die in 1500 is gebouwd met daarin de oudst bekende klok van de Veluwe uit 1501, gegoten door de bekende Kamper klokkengieter van Wouw. Tussen 1600 en 1800 mochten de Katholieken geen gebruik maken van de kerk. Het huidige kerkgebouw dateert uit 1853. Momenteel wordt het interieur van de kerk gerestaureerd. Vanaf de kerk hebben we een mooi uitzicht op de trots van Vaassen, Daams molen. Deze in 1870 gebouwde molen is genoemd naar één van de molenaars die ook een winkelpand in bezit had, de heer Daams.
Op onze wandeling komen we bij het eethuisje Eekterzicht, waar een koffiepauze wordt gehouden. Dit pand werd in 1931 betrokken door de toenmalige kleermaker Stegeman, die tot dan toe zijn atelier had gehad in het pand op de hoek Manegeweg Oude Apeldoornseweg. Toen hij zijn intrek nam in het pand aan de Hoofdstraat had hij een (zeker voor die tijd) ludieke actie bedacht. Een ieder die het pand betrad werd uitgenodigd te raden hoeveel spelden er op een speldenkussen zaten. Die het juiste aantal raadden, wonnen een regenjas. Deze actie werd door Frans Schumacher even dunnetjes overgedaan met als gevolg 2 winnaars die een (aangepaste) prijs in ontvangst mochten nemen. Aan de andere kant van de hoofdstraat zien we één van oudste nog bestaande panden van Vaassen, nl. de in 1721 van oorsprong gebouwde dorpsboerderij, waarin o.a. Dr. Schermers vanaf 1921 tot in de jaren ‘70 een huisartsenpraktijk uitoefende. Een andere beroemde bewoonster was de schrijfster Marie-Metz-Koning , die er vanaf 1902 heeft gewoond. Vervolgens komen we aan bij het historische pand het Haacks Huis, waar we binnen een kijkje mogen nemen. Het pand dateert uit 1842. Voor die tijd stond er ook al een Haacks huis rond het jaar 1700. Het pand is genoemd naar de heer F.J. Haack, die in het begin van 18e eeuw ook eigenaar was van de Kopermolens in Zuuk. De Dorpermolens waren in het begin van de 18e eeuw in bezit van de Fam. van Isendoorn. Bij de verkoop van de bezittingen van de Cannenburgh in 1871 werd Teunis van Lohuizen eigenaar van de Dorpermolens en van het Haackshuis. In de toegangsdeur tot het pand zit een fraai uitgevoerd glas- in- lood raam, dat herinnert aan het 75-jarig bestaan (1867-1942) van wat later de Aluminium Industrie zou worden en dat nu de fraaie naam heeft van Flexible Packing Vaassen.
We gaan op weg naar de Algemene Begraafplaats aan de Apeldoornseweg waar we o.a. de grafkelder van de laatste van Isendoorns gaan bezoeken. Vanaf 1830 kreeg de Fam. van Isendoorn een grafkelder op de Algemene Begraafplaats, omdat het begraven in de kerk vanaf dat jaar officieel niet meer was toegestaan. Reinder van Isendoorn is er als eerste in bijgezet. In 1865 is de laatste van Isendoorn, Frederik, in de grafkelder begraven. Het gerucht ging echter dat er nog een derde persoon zou zijn begraven. Dat kon niet zijn echtgenote zijn, want die had haar laatste rustplaats op het parochiekerkhof op de Oosterhof. In de jaren ’70 is bekend geworden dat er inderdaad een derde persoon is begraven namelijk de jachtmeester van Frederik van Isendoorn, Peter Bervoets, waarmee hij een zeer hechte vriendschapsband had. Tenslotte bezoeken we nog het graf van de Baron van Kleef, de laatste eigenaar van de Cannenburgh en de laatste rustplaats van Theunis van Lohuizen. Hierna wordt de excursie afgesloten onder dankzegging aan de voortreffelijke leiding van Wil Smit en Frans Schumacher.