NAJAARSEXCURSIE OP HET LANDGOED TONGEREN.
Op zaterdag 26 oktober 2013 verzamelde zich om 10.00 uur in de ochtend een groot aantal belangstellenden in de Houtschuur aan de Chevalierlaan op het landgoed Tongeren om deel te nemen aan de Najaarsexcursie van Ampt Epe. Het aantal deelnemers was zo groot (50 personen) dat de groep moest worden gesplitst en de 2 groepen onder leiding van Taco v.d. Feltz en Niels v.d. Vlugt, 2 leden van de familie Rauwenhoff, om ca. 10.30 uur begonnen aan de rondwandeling over het landgoed.
De eigenlijke excursie werd voorafgegaan door een inleiding door Taco v.d. Feltz, die de historie en de ontwikkeling van het landgoed schetste.
De geschiedenis van het landgoed Tongeren begint in de 2e helft van de 18e eeuw, als Nicolaas Willem de Meester, toen burgemeester van Harderwijk, door vererving via zijn moeder in het bezit komt van enige herengoederen in de buurschap Tongeren bij Epe. Hij wordt daar in 1759 tot boerrichter benoemd. Hij overlijdt echter al in 1763 en in 1768 wordt zijn nalatenschap verdeeld.
Daarbij krijgt dochter Cornelia Maria de Meester, die met Jan Hendrik Rauwenhoff is gehuwd, enige goederen “in het Ampte van Eepe” in de Buurschap Tongeren toegewezen, bestaande uit een 5-tal los van elkaar gelegen zg. Erven. Jan Hendrik Rauwenhoff is burgemeester van Elburg. Hij is degene geweest die van deze Erven het landgoed Tongeren vorm heeft gegeven, overeenkomstig zijn poëtische inzichten, in de stijl van Engelse landschapstuinen. In 1769 werd het pand gekocht dat we nu als “Het Boschhuis” kennen. In het begin van de 19e eeuw werd het Huis Tongeren gebouwd, dat 100 jaar later het Oude Huis genoemd wordt. In 1812 werd een natuurbegraafplaats aangelegd met daarbij op het toegangshek het door Jan Hendrik Rauwenhoff gemaakte gedicht:
Betreed, O Wandelaar met eerbied dezen grond Aan dooden toegewijd ter rustplaats; ’t graf is heilig En zij wier asch hier rust zijn voor all’ onrust veilig Schoon hen geen marmer dekt, maar heide groei’ in ’t rond.
De eerste die er begraven werd in 1812 is de dichteres en schrijfster Elisabeth Maria Post, die zeer bevriend was met dochter Anna, die echter eveneens in 1812 overleed. Jan Hendrik Rauwenhoff overleed op 85-jarige leeftijd in 1815.
De kinderen van Jan Hendrik Rauwenhoff en Cornelia de Meester beheerden aanvankelijk gemeenschappelijk het landgoed. De kleinzoon van Jan Hendrik die ook Jan Hendrik heette, nam uiteindelijk op 22-jarige leeftijd in 1821 het beheer van het landgoed op zich. Hij overleed in 1833 op 34-jarige leeftijd en liet een 4-tal kleine kinderen na. Een koopman in Amsterdam, Charles le Chevalier, een vriend van de familie, kreeg de voogdij over deze kinderen. Charles was in 1800 in Kopenhagen geboren. Hij was gehuwd met Doortje de la Fontaine Schluiter, die echter in 1842 overleed.
Hij maakte uiteraard kennis met Anna van Heurn, de weduwe van Jan Hendrik. In 1845 trouwden ze, waarna Charles het beheer over het landgoed Tongeren kreeg. Hij was degene die door aankoop van enkele kleine percelen met boerderijen van het landgoed een aaneengesloten geheel wist te maken. Ook werden er enige nieuwe boerderijen gebouwd. Tevens werden stukken heide om het landgoed aangekocht en ontgonnen voor de bosbouw. Hij is ook degene geweest die voor het eerst kunstmest introduceerde in de vorm van o.a. guano, waardoor de landbouwopbrengst in sterke mate werd verbeterd.
Charles le Chevalier is de geschiedenis ingegaan als de weldoener van Tongeren. Hij was voortdurend op zoek naar landverbeteringen, samen met de eigenaar van het aangrenzende landgoed Welna, Buys Ballot. Ook wilde hij door de bevordering van de veeteelt in plaats van de schapenhouderij de agrarische bevolking van Tongeren in positieve zin ontwikkelen. Hij vond dus ook dat de kinderen een kans moesten krijgen om goed onderwijs te genieten. In 1867 werd met de bouw van een school begonnen en in 1868 werd het 1e hoofd der school, de heer B.H. Wesseldijk, benoemd. In 1866 werd het Huis Tongeren grondig verbouwd om de uitgebreide familie in de zomermaanden te kunnen ontvangen. In 1875 overleed Anna van Heurn. Na 60 jaar werd er weer een lid van de familie begraven op de natuurbegraafplaats.
Charles le Chevalier overleed in 1881. Er waren 3 erfgenamen: Nicolaas, Willem en Anna. Nicolaas kreeg het noordelijk deel, Willem het middendeel met het huis Tongeren en Anna het zuidelijk deel. Willem was getrouwd met Francina Felicia (Fanny) Tobias. Nicolaas besloot op Tongeren een huis te gaan bouwen. Dat werd het Hul. In 1882 werd de bouw ervan aanbesteed voor een totaal bedrag van ruim Hfl. 35.000,--
In 1907 werd besloten tot de oprichting van de “NV Maatschappij tot Exploitatie van het landgoed Tongeren onder Epe.“ Dit om o.a. versnippering van het landgoed in de toekomst te voorkomen.
De stichting berust op een 3-tal pijlers n.l. de ontwikkeling van de bosbouw, de landbouw en recreatie. Om het landgoed economisch in stand te kunnen houden is het voor de toekomst belangrijk o.a. een landbouw- en veeteeltmethode op biologische en duurzame basis te realiseren. Daarom is een aantal jaren geleden besloten een hierop gebaseerd landbouwbedrijf te stichten volgens de laatste en meest moderne inzichten en ontwikkelingen. Hiervoor moest echter wel het gemeentelijk bestemmingsplan worden gewijzigd. Dit bleek een uitermate moeizame procedure te zijn die uiteindelijk na een periode van meer dan 10 jaar zijn beslag heeft gekregen. In februari jl. is de toestemming verleend en binnenkort zal met de bouw van de boerderij worden begonnen.
Hierna gaat de excursie van start over het thans 500 ha. grote landgoed Tongeren. Via de Korrenbergweg komen we langs de Korrenberg, een in koloniale stijl in het begin van de 20e eeuw gebouwde villa met de in de Tongerense kleuren uitgevoerde luiken. Vanuit de villa moet er altijd een vrij en onbelemmerd uitzicht zijn op de Chevalierlaan. De naam komt waarschijnlijk van de korhoenders die hier vroeger voorkwamen. We vervolgen de route over het Gebed zonder Eind, een weg in een eindeloze bocht, die eindigt bij de Vierhouterweg. Hier komen we in het Smitsveen, ook wel Tongerense Heide genoemd. Het is een gebied met een zeer gevarieerde vegetatie en een groot aantal vennen. Via het van Manenspad komen we op de Chevalierlaan. Van hieruit hebben we een mooi uitzicht op de Chevalierschool, die in 1996, kort na het 125-jarig bestaan, is gesloten en enige oude boerderijen. Van de Chevalierlaan gaan we de Koeweg in en komen langs de oudste boerderij van Tongeren TAA.RE, die al in 1718 wordt genoemd. Waar die naam vandaan komt, is niet bekend. We komen nu in het parkbos en bij de vijver Fanny’s lust, genoemd naar de echtgenote van Willem Rauwenhoff. Bij de vijver (waar ooit ook de zg. filosofenhut heeft gestaan) zien we de onlangs (her)onthulde herinneringsvaas van Elisabeth Maria Post uit 1912, die hier, na decennialang om en in de Grote Kerk in Epe te hebben gestaan, een plek heeft gevonden. Aan de andere kant van het pad zien we het Oude Huis, destijds het hoofdverblijf van de familie Rauwenhoff.
Verder komen we de dikste boom van Tongeren tegen, een meer dan 100 jaar oude eik met een omvang van zeker 4.50. m. De wandeling voert ons verder over het z.g. Gait Jan Paadje, waaraan een aardige anekdote is verbonden. (Met dank voor de aanvullende info van Dhr. G. v.d. Esschert! Red.)
Gerrit-Jan (GaitJan) van Tongeren was één van de pachtboeren op het landgoed. Hij moest met zijn vee 2x per dag over dit bospaadje dat natuurlijk al heel snel onbegaanbaar werd. Hij besloot in de jaren ’70 het paadje op eigen kosten van klinkers te voorzien om zo een beter begaanbare doorgang te krijgen. Toen hij pachtboer af was bood hij de directeur van het landgoed de klinkers te koop aan, maar deze vond dat niet zo’n goed idee. Weet je wat, zei hij, we noemen voortaan dit pad officieel het Gait-Janpaadje, en zo draagt het nu nog steeds de naam van Gerrit Jan van Tongeren.
We komen op onze wandeling weer aan op de Chevalierlaan, die we oversteken waarna we op de plaats komen waar tot begin jaren “40 van de vorige eeuw de villa ’t Hul stond. Toen dit werd afgebroken bleef ’t Hulletje, het voormalige koetshuis, gespaard. Dat er op het grondgebied van het landgoed al sinds onheuglijke tijden bewoning is geweest, bewijst de aanwezigheid van 2 grafheuvels op dit terrein. Er heeft hier ook ooit een Hanzeweg gelopen als verbinding tussen Elburg en Harderwijk.
Hierna komen we aan op de natuurbegraafplaats waar momenteel zo’n 70 leden van de Rauwenhoff-familie begraven liggen. De begraafplaats nadert de maximum capaciteit en zal worden uitgebreid. De graven zijn allemaal voorzien van dezelfde grafstenen en bedekt met een bepaald soort mos. We treffen er de zg. Jan Kreffer-bank aan ter herinnering aan de man die gedurende zijn leven veel heeft bijgedragen aan het onderhoud van de begraafplaats.
Via de Godesbergallee, waarlangs de overleden familieleden ten grave worden gedragen, arriveren we weer bij de Houtschuur, waar de zeer geslaagde excursie, onder dankzegging aan de beide gidsen, wordt beëindigd.
In het fotoalbum op deze website staan meer foto's van de excursie.