Over raatakkers en langs grafheuvels
(in het Fotoalbum op deze website vindt u nog meer foto's, gemaakt door ons lid mevr. Sjaan Durberg-Bosveld)
Onder de deskundige en enthousiaste leiding van Wim van ’t Einde hebben we op zaterdag 30 maart 2019 genoten van een prachtige wandeling. Wim is lid van onze nieuwe werkgroep Archeologisch Cultuurhistorisch Erfgoed (ACE). Bij bijzonder mooie en zonnige weersomstandigheden en een temperatuur van zo’n 18 graden hadden de leden van Ampt-Epe absoluut niet te klagen.
We verzamelden ons om 13.30 uur op de parkeerplaats aan de Gortelseweg in Vaassen die zich recht tegenover de Wildweg bevindt. Op het programma stond een wandeling van ruim 2 uur. De tocht voerde ons langs raatakkers, grafheuvels en mooie meanderende beken. We werden van tevoren verzocht goede wandelschoenen aan te doen. Dit bleek geen overbodige luxe over de vaak mulle en stoffige zandwegen.
De eerste stop was bij een aantal grafheuvels die, en dat is opvallend, in één rechte lijn liggen met de Grote of Sint Maartenskerk te Epe. Waarschijnlijk heeft dit te maken met de stand van de zon, maar zekerheid is hier niet over. Binnen de Eper gemeentegrenzen ligt een unieke grafheuvellijn. Deze 6 km lange lijn met zo'n 46 grafheuvels is de langste van Europa en loopt dus in rechte lijn van Epe naar Niersen. In totaal liggen er zo'n 150 grafheuvels in de gemeente Epe. Ze laten zien dat de gemeente Epe al zo'n 7000 jaar bewoond is geweest. Het was koningin Wilhelmina die in 1907 Jan Hendrik Holwerda, verbonden als conservator van het Leidse Rijksmuseum van Oudheden (RMO), verzocht om enkele grafheuvels op Kroondomein Het Loo te onderzoeken. Bij het onderzoek kwamen menselijke beenderen tevoorschijn, wat wees op een graf.
Wim van ’t Einde liet ons ook de zogenaamde ‘erfgoed Pollers’ zien die geplaatst staan bij deze grafheuvels. Het zijn een soort ronde vitrinekastjes die uit de grond getrokken kunnen worden en voorzien zijn van informatie en een voorwerp, zoals bijvoorbeeld een replica van een speerpunt. Wim vertelde ons dat een grafheuvel een door mensen opgeworpen heuvel is waarin de resten van de overledenen werden bijgezet. Dat gebeurde al vanaf de late steentijd (ca. 2800 voor Chr.). Vaak werd de heuvel omringd door een greppel of een rij palen. Ook staan er bij de grafheuvels kleine bordjes met het opschrift ROB, wat betekent dat de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek zich heeft beziggehouden met het onderzoek van deze grafheuvel.
Tevens wees Wim ons op het hoogteverschil in het landschap, hoe het landschap zich gevormd heeft tijdens de voorlaatste ijstijd, zo'n 150.000 jaar geleden. Landijs vanuit het noorden zorgde toen voor het ontstaan van enorme stuwwallen. De grootste stuwwal van Europa is de Veluwe. Zelf kunnen we heel veel vinden op de site van het Kadaster (www.ahn.nl). Wim is een stevige doorstapper en had de pas er goed in; hij houdt kennelijk niet van treuzelen. Uiteraard werd er regelmatig gestopt, af en toe staande op een grote boomstam wist hij de mensen te boeien en weer wetenswaardigheden toe te voegen aan deze prachtige tocht.
Het was een afwisselende wandeling. Wim vertelde dat nog niet alle grafheuvels zijn onderzocht en dat er dus beslist nog schatten uit de prehistorie, de oertijd verscholen moeten liggen. Ook vertelde Wim dat er een Archeologiewacht is in de Gemeente Epe (allemaal vrijwilligers). Zij helpen bij het beheer van deze grafheuvels in onze gemeente. In de herfst, winter en vroege voorjaar plegen zij op (4 a 6) zaterdagmiddagen onderhoud. Het onderhoud bestaat onder andere uit het verwijderen van de jonge scheuten van bomen die voor nazaten hebben gezorgd. Iets minder beheerst gaan de zwijnen te werk, die regelmatig driftig in en rond de heuvels zitten te wroeten.
De raatakkers waar we langs kwamen zijn ook heel bijzonder. Ze zijn nauwelijks waarneembaar in het landschap, maar op de kaarten van het Kadaster wordt het reliëf goed weergegeven. Zo zijn de talloze akkers, als afgeplatte grasveldjes in het heideveld goed zichtbaar. Voor ons als leken weten we nu dat deze plekken in het glooiend landschap raatakkers zijn. Deze rechthoekige akkers werden vanaf de Late Bronstijd tot in de Romeinse tijd gebruikt voor de verbouw van primitieve, wat ruwere graansoorten zoals emmertarwe en spelt.
Ook voerde de wandeltocht langs bijvoorbeeld de Hartense Molenbeek met ‘t Klunder Molentje of in het dialect het Clundersmeulentje geheten. Helaas is het molentje in verval. Over zijn wat muurresten en een waterval. Tussen 1672 en 1690 én na 1721 was deze kleine watermolen, zoals bijna alle watermolens in Vaassen eigendom van de familie Van Isendoorn, de bewoners van de Cannenburch.
Tevens kwamen we door het gebied van De Motketel. Het is een fraai gebied waar de sprengkoppen van de Hartense Molenbeek, de Geelmolenbeek en de Rode Beek op loopafstand van elkaar te vinden zijn. Het is een groene enclave die grenst aan de buurtschap Niersen. Dr. Dirk Otten schrijft in zijn boekje over Veldnamen en oude boerderijnamen in de Gemeente Epe (blz. 86) dat de Motketel misschien; “laagte met humus” betekent. Er zijn ook verhalen die vertellen dat een Mot een zwijn zou zijn. Zo zou het een laagte zijn waar zwijnen graag komen. En dat is logisch in een “laagte met humus”.
Als laatste voerde de tocht naar een urnenveld. Deze ligt op de hoek Gortelseweg met de Wildweg, aan de overkant van het parkeerterreintje. Het ziet eruit als een grafheuvel. Hier werden vanaf zo’n 800 voor Chr. tot het begin van onze jaartelling (ijzertijd) de overledenen gecremeerd. Hun resten werden in urnen bijgezet in lage grafheuvels: de zogeheten urnenvelden. De mensen begroeven er hun doden en gaven ze spullen mee: grafgiften. Door deze grafgiften die door archeologen werden ontdekt, leren we steeds meer over hoe de mensen in de prehistorie leefden. Ook hier is een ‘erfgoed Poller’ om meer te weten te komen over deze urnenvelden.
Kortom alle aanwezigen hebben weer heel wat kennis tot zich kunnen nemen.
Dit schijft een nieuw lid na de wandeling van zaterdag. "Graag meld ik me aan als lid na de zeer leerzame, boeiende en mooie wandeling langs grafheuvels en raatakkers op 30 maart 2019." Complimenten aan de organisatie en de uitvoering!
En inderdaad, het was van de eerste tot de laatste minuut genieten van de prachtige grafheuvels en raatakkers op Kroondomein Het Loo bij Niersen, en niet in de laatste plaats door de inspirerende uitleg van Wim van ’t Einde.