Succesvolle rondleiding door de Grote of Sint Maartenskerk in Epe

Op 7 december jl. hebben we een zeer succesvolle rondleiding gehad in de N.H. Kerk van Epe. Een historisch bouwwerk uit de 12e eeuw. Dat er sprake is van toenemende aandacht voor ons religieus erfgoed hadden we als evenementencommissie goed ingeschat. Er was zelfs een tweede datum (25-01-2020) nodig om alle belangstellenden rond te leiden in ‘onze’ kerk. Ook moesten we mensen teleurstellen en op een wachtlijst plaatsen. Ook zij krijgen een nieuwe kans. Onder de bezielende leiding van Ben Jonker zijn we zeer aan onze trekken gekomen. Samen met Jan Bruil en Herman Dalhuisen werden we in drie groepen van circa 8 personen rondgeleid. Uit veiligheidsoverwegingen en de beperkte ruimte in de toren kunnen er helaas niet meer personen worden toegelaten. Ben Jonker had zelfs gezorgd voor extra verlichting in de toren. En ook had hij nog eens de kettingen in de toren afgeplakt met tape, zodat de aanwezigen niet hun kleding vies zouden krijgen met smeervet en olie.

Foto 001 Dorpsgezicht met NH Kerk 1959Foto 1. Gezicht vanaf de Beekstraat links slijterij Van Lohuizen en rechts Villa Vijvervreugd uit 1959.

De Kerk

De heer Jan Bruil nam het kerkgedeelte voor zijn rekening. Hij kon boeiend vertellen over de bouwgeschiedenis van de kerk. Jan nam ons mee naar de kerkingang aan de Beekstraat, hier liet hij ons twee getraliede hekken zien, die daar links en rechts van de ingang hangen. Deze hekken werden vroeger gebruikt om honden en katten en andere dieren te beletten de kerk te betreden. De hekken deden dienst bij het luchten van de kerk. Men luchtte de kerk om dat er mensen werden begraven, waarbij de graven niet altijd goed werden afgesloten zodat er kwalijke dampen in de kerk bleven hangen. Arme mensen werden vroeger in Epe naast de kerk begraven, terwijl de rijken zich een mooie plaats in de kerk konden veroorloven. Hier komt dan waarschijnlijk ook de uitdrukking ‘rijke stinkerd’ vandaan.

Het fundament van de toren, evenals dat van de gehele kerk, dat rust op een bed van veldkeien. Het muurwerk van de onderste 2 geledingen van de toren bestaat uit kistwerk, d.w.z. 2 evenwijdige muren waarvan de tussenruimte is opgevuld met restmateriaal. Dit kan bestaan uit resten tufsteen, veldkeien en hier ook brokken ijzeroer. Ook de financiering van de kerk, o.a. bestaande uit rijkssubsidies en legaten kwamen aan de orde. De belangrijkste reden voor de bouw van een kerktoren is het onderbrengen van de klokken. Deze geven uiting aan het bijeenkomen op een religieuze plaats. Ook hadden de klokken een alarmfunctie bij brand of dreigend hoog water. De Eper brandweer heeft ook nog gebruik gemaakt van de kerk. Brandweermateriaal werd er aan de westzijde (Beekstraatzijde) ondergebracht. Ook werden na een brand of oefening de slangen er te drogen gehangen. Kerktorens zijn ook bedoeld als oriëntatiepunt. Van verre kon de reiziger een nederzetting herkennen.

Foto 002 De Torensits met jukspanten 2019Foto 2. De Torenspits met zijn jukspanten en de steile trappen.

Ook konden we aan de muurbogen (één boog wijkt namelijk van vorm af) zien dat ook in Epe er aan de zuid- en noordkant gescheiden ingangen waren voor mannen en vrouwen. De mannenkant en vrouwenkant waren respectievelijk de rechter- en linkerzijde van het schip in kerkgebouwen. Tot begin jaren 60 van de 20e eeuw was het in kerken gebruikelijk dat de mannen en vrouwen gescheiden plaatsnamen in de kerkbanken. Verder werd er stilgestaan bij de prachtige gebrandschilderde ramen. Een gedenkraam van ds. J.A. Prins, predikant in Epe van 1888-1917 in het koor van de kerk springt m.i. uit. Het is prachtig van kleur en vormgeving gemaakt door de Glazenier Jan Schouten uit Delft.  Verder werd er stil gestaan bij de Hagioscoop. Een venster dat eeuwenlang achter een muur verborgen bleef, kwam bij restauraties weer onder de aandacht. Het was dominee Henk Vreekamp die dit venster belichtte in zijn boek „Als Freya zich laat zien. De code van het christendom”. Het venster zit aan de noordelijke muur onder het middenraam van het koor van de kerk. Het raam gaf zieken en melaatsen die een besmettelijke ziekte bij zich hadden, en in de kerk werden geweigerd, de gelegenheid om van buiten de kerk de dienst en wat zich verder in de kerk afspeelde goed te kunnen volgen.

Foto 003 Deel van het Koorhek 2019Foto 3. Deel van het Koorhek uit 1805.

Het Meere-orgel

We vervolgden onze rondleiding en kwamen bij Herman Dalhuisen. Al jarenlang is Herman organist van ‘zijn’ orgel het beroemde Meere-orgel. Bevlogen trekt hij alle registers open over dit historisch instrument. In de periode 1807 – 1809 werd dit ‘rijksmonument’ gebouwd door Abraham Meere. Aanvankelijk telde het orgel 13 registers. Het was een mechanisch sleepladen-orgel met één klavier en een aangehangen pedaal. Het orgel werd geplaatst in een door Meere vervaardigde monumentale orgelkas op vier gemarmerde zuilen en met beelden op het orgel, vrouw met boek naast een gebroken zuil en lamp (de “Godsdienst” voorstellend) en twee vazen met kinderen. Midden twintigste eeuw werd de dispositie uitgebreid en gewijzigd naar de toen heersende inzichten. Laatstelijk was er sprake van een elektro-pneumatisch tweeklaviers-orgel (27 registers) met een vrij pedaal.

Foto 004 Het Meere orgel 2019grootFoto 4. Het prachtige Meere-orgel gebouwd door Abraham Meere tussen 1807 en 1809.

Eind jaren tachtig van de vorige eeuw werd door de kerkvoogdij van de Grote Kerk besloten tot een totale reconstructie volgens Meere’s uitgangspunten. Het orgel kwam weer terug in de oorspronkelijke staat. Deze reconstructie is onder toezicht van adviseur Stef Tuinstra, met grote toewijding en ambachtelijke inzet gerealiseerd door orgelmakerij Reil te Heerde. Daarbij is gebruik gemaakt van Meere-pijpwerk (1806) uit Vianen. Het resultaat van deze reconstructie, die in 1994 werd voltooid, is een mechanisch orgel met 28 registers, verdeeld over twee klavieren en een vrij pedaal. De kleurstelling van de orgelkas en pilaren is eveneens naar de historische situatie van 1809. Herman Dalhuisen maakte ons nog attent op het feit dat Orgelbouwer Reil volgend jaar openhuis houdt, een bezoek is meer dan de moeite waard.

Het Carillon

Na het Meere-orgel brachten we een bezoek in de toren. Via vele steile trappen ging Ben Jonker ons voor. Eerst brachten we een bezoek aan het carillon. Een door het Eper bedrijfsleven in 1970 aan de gemeente Epe geschonken instrument. Het carillon werd aan de westelijke muur van het gemeentehuis bevestigd. Al in 1972 kwamen de eerste klachten over het ‘nadreunen’ van dit apparaat. Het heeft nog tot 1995 geduurd toen er op grond van de Arbowet een verbod kwam om tussen 8.00 en 17.00 uur het carillon te laten klinken. Dit was natuurlijk onacceptabel. Het was Chris de Loor (1989-1997 burgemeester van Epe) die zich inspande om het carillon te verplaatsen naar de Grote Kerk. In eerste instantie bestond het carillon uit 12 klokken. Aan het gemeentehuis bevestigd waren deze 12 klokken voldoende, echter vanuit de kerk was dit carillongeluid onvoldoende. Om het mooie klokgeluid voor de hele Eper gemeenschap acceptabel te laten klinken, werden er 18 nieuwe klokken gegoten. Dat het de gemeente Epe menens is blijkt uit het feit dat men onlangs (2019) heeft besloten om jaarlijks een bijdrage van 7900 euro te geven voor het onderhoud, en om het carillon maandelijks te laten bespelen. Het is de beiaardier Jan Willem Achterkamp uit Terwolde die iedere 1e en 3e woensdag tijdens de marktdagen het carillon gaat bespelen.

Foto 005 Luidklokken en galmgaten 2019Foto 5. De luidklokken en galmgaten.

Het bezoek in de toren is wel letterlijke en figuurlijk het ‘hoogtepunt’. Bij het automatisch aandrijfmechanisme van de vier klokken en zijn wijzers werden we zeer informatief toegesproken. Onder ander kwam het feit voorbij dat tijdens de Tweede Wereldoorlog er op 3 februari 1943 de Duitsers alle vier klokken uit onze Nederlandse Hervormde Kerk roofden, en naar elders werden afgevoerd. Een algemene spreuk was in Epe toen erg bekend: 'Wie de klok haalt uit de toren, heeft de oorlog reeds verloren.' Op woensdag 20 augustus 1947 werden weer nieuw gegoten klokken teruggeplaatst in de kerk. Wist u dat op het platteland op doordeweekse dagen meerdere malen de klok geluid werd om werk- en rusttijden aan te geven. Boeren en arbeiders in het veld waren afhankelijk van klokgelui om te weten of het etenstijd was. Heden ten dage luidt in onze kerk nog iedere dag na de uurslag van twaalf gedurende vijf minuten één van de vier torenklokken. Het is een overblijfsel uit de tijd dat op dat tijdstip de ‘hongerklok’ burgers en boeren het sein gaf de werkzaamheden te onderbreken voor het middageten.

Foto 006 Theodericusklok 2019Foto 6. De Theodericusklok gegoten tussen 1225 en 1300.

‘De oudste stem van het dorp’

Ook werd er stil gestaan bij ‘De oudste stem van het dorp’. Dit is de titel die dhr. Jan van Zellem gaf aan zijn boek over de geschiedenis van de oudste klok van Epe. We hebben het hier over de Theodericusklok. Het was de enige klok die de klokkenroof heeft overleefd. Ook de Duitsers hadden al in de gaten dat het hier over een bijzonder klok ging, en lieten er een letter p van ‘Prüfung’ op zetten, zodat de klok nader op historie onderzocht kon worden. Echter in 1951 maakte de Hervormde Kerk een historische vergissing door de klok voor 1500 gulden te verkopen aan de Hervormde Gemeente van het Friese Duurswoude. Het bleek een grote fout die men in de jaren negentig heeft herzien. In overleg met Duurswoude kregen zij van Epe een nieuw gegoten klok terug in ruil voor de Theodericus. Op zaterdag 14 november 1998 werd de klok op feestelijke wijze door de broeders van het Sint Maartengilde op een kleine klokkenstoel op het koor geplaatst. Na een lange bestudering van deze klok heeft men kunnen vaststellen dat hij gegoten moet zijn tussen 1225 en 1300. Dus ver uit ‘De oudste stem van het dorp’. Vervolgens hebben we nog ‘over de brug’ gelopen boven de indrukwekkende gewelven, zeg maar over de ‘zolder’ van de west- naar de oostkant van de kerk.

Foto 007 Gewelfgebinten boven het schip 2019Foto 7. De loopbrug over het schip, met zijn imposante gewelfgebinten.

Na afloop werden Ben Jonker en zijn helpers Jan Bruil en Herman Dalhuisen bedankt voor hun inzet. Aan Ben werd een envelop met inhoud overhandigd die weer ten goede zal komen aan een van de projecten van deze kerk. Ook de dames Jopie van Zuuk en Riek van Werven worden bij deze bedankt voor het lekkere kopje koffie met versnapering. We kunnen dus terugkijken op een meer dan geslaagde middag, die zeker een vervolg zal krijgen.

 

Bronnen:

Boeken:

  • Dit huis van hout en steen – auteur Jan van Zellem – 2010.
  • De oudste stem van het dorp – auteur Jan van Zellem – 2019.
  • Website grotekerkepe.nl.

Foto’s:

1- Collectie Gert van den Esschert. 
2 t/m 7- Collectie Pim van Dam.