Na een koude, strenge winter was de bevolking begin april hoopvol gestemd, dat de bevrijding niet lang meer op zich zou laten wachten. ’s Avonds was in het zuiden het 'spervuur' bij Arnhem te zien en aan letterlijk alles was gebrek. En wat er nog was, werd door de Wehrmacht in beslag genomen en afgevoerd over de weg of per spoor. Bovendien werd de spoorbaan gebruikt om oorlogsmaterieel aan te voeren naar het zuiden.
Op een heel mooie zonnige zaterdagmorgen cirkelden omstreeks 12 uur een aantal vliegtuigen boven Vaassen. De Vaassenaren keken ernaar, totdat enkele 'jagers' naar beneden doken en op de spoorbaan begonnen te schieten, gevolgd door vier Spitfires die elk een bom afwierpen. Toen de stofwolk optrok, bleek de spoorbaan helaas niet geraakt te zijn. Verschillende huizen in de buurt waren wel behoorlijk beschadigd en de bewoners vonden onderdak bij familie en kennissen.
’s Zondags kwamen, ondanks waarschuwingen van de politie (de spoorbaan was niet geraakt, dus zouden de Engelse vliegers waarschijnlijk terugkomen om het werk af te maken), veel mensen kijken wat er ’s zaterdags was gebeurd. Laat in de middag verschenen er weer vliegtuigen die weer enkele malen rondcirkelden. Ditmaal iets langer dan op zaterdag, waarschijnlijk omdat er nog zoveel mensen in de buurt waren. Weer werden er bommen afgeworpen en ditmaal raakten de bommen het spoor. In de bocht van het spoor, bij de plek waar nu de flats aan de Jasmijnstraat staan, stonden de rails recht omhoog. Helaas werden bij dit bombardement twee Vaassenaren dodelijk getroffen.