Fietsend of wandelend over de Gortelseweg tussen Vierhouterweg en Van Manenspad in Gortel passeer je nabij het wildrooster een paar imposante palen, aan weerszijden van de weg één. Op de een staat 'Het', op de ander 'Loo'. Er kan geen misverstand over bestaan: hier betreed je de Koninklijke huisvesterij Het Loo. Ook langs andere wegen van en naar het Kroondomein staan de palen; in gedistingeerd grijs en met gouden letters. Als dat niet koninklijk is...
Met de grenspalen herintroduceert het Kroondomein een stokoud gebruik. Zó oud, dat niet eens meer te achterhalen is wanneer het een gebruik werd om je terrein herkenbaar af te bakenen. De allervroegste bewoners zijn er waarschijnlijk al mee begonnen om met veldkeien, palen of bomen aan te geven tot waar zij hun rechten konden laten gelden. Dat kon gaan om rechten om het vee te weiden of om hout uit het bos te halen, maar ook jachtrechten, visserijrechten en waterrechten konden in het landschap in de vorm van een merkteken geeografisch worden afgebakend. Met zulke grensmerktekens werd niet alleen rechten vastgelegd, maar ook plichten. Toen in de tweede helft van de veertiende eeuw de IJssel werd bedijkt, kregen de bewoners van de aanliggende dorpen de plicht hun deel van de dijk te onderhouden. Met grensstenen werd aangegeven welk dijkvak bij welk dorp (kerspel) hoorde. Enkele van zulke grensstenen hebben eeuwenlang langs de IJsselbandijk gestaan; tot in 1987 toen de laatste grenssteen met het opschrift 'Kerspel Oen' van de dijk werd gestolen. Over oude grenspalen en -stenen is in het verleden heel wat geruzied, omdat ze soms stiekem werden verzet of verlegd om eigen gebied uit te breiden. Pas toen in begin 1800 het kadaster werd ingevoerd kwamen grenzen definitief vast te liggen.