De Veluwse Midwienterhoornbloazers staan volgende week zondag (30 november) weer te blazen bij de schaapskooi op de Renderklippen.
Op hun houten hoorns blazen ze 'de olde rôep', een vast deuntje van vier tonen, waarop voor goede blazers nog wel te improviseren valt. Het gebruik van een hoorn om er signalen op te blazen moet al ontzettend oud zijn. De hoorn was het mobieltje van de prehistorische mens. Ook die had behoefte aan contact over grote afstanden en het geluid uit een hoorn draagt ver. Het is waarschijnlijk dat daarvoor aanvankelijk de hoorns van dieren werden gebruikt. Van ossen bijvoorbeeld, zoals de midwinterhoornblazers in Markelo dat nog steeds doen. Maar iemand moet hebben ontdekt dat hoe langer de hoorn is, hoe verder het geluid draagt. Zo leerde men lange, houten hoorns maken, wel tot anderhalve meter lang. Op middeleeuwse tekeningen, onder meer uit het jaar 850, komen ze al voor.
Germaanse stammen moeten de hoorn ook gebruikt hebben in de tijd van de winterzonnewende, de donkere dagen van het jaar als de zon (van ons uit gezien) op zijn keerpunt staat. Hun midwinterfeest ging onder meer gepaard met veel lawaai van 'toeters en bellen' om het kwaad (het donker, de kou) te verdrijven. We hebben er, behalve het midwinterhoornblazen, ook het nieuwjaarschieten aan over gehouden. Bij de kerstening werd aan heidense rituelen een christelijke betekenis gegeven, zoals de aankondiging van de blijde boodschap en de komst van het Licht. In het midwinterhoornblazen van tegenwoordig laten de blaasgroepen de Germaanse en christelijke rituelen met wonderlijk gemak door elkaar lopen. Tijdens hun eerste optreden van het jaar, op de eerste zondag in de adventstijd, blazen de midwinterblazers de verkondiging van de geboorte van Jezus en het 'afblazen' - hun laatste blaasdag - doen ze op Driekoningen. Maar op 21 december om 16.24 uur brengen de blazers ook een groet aan de ondergaande zon vóór die de langste nacht ingaat. Om de zon op 22 december om 8.43 uur opnieuw toe te blazen, dan bij de eerste opkomst na de zonnewende.
Germaanse stammen moeten de hoorn ook gebruikt hebben in de tijd van de winterzonnewende, de donkere dagen van het jaar als de zon (van ons uit gezien) op zijn keerpunt staat. Hun midwinterfeest ging onder meer gepaard met veel lawaai van 'toeters en bellen' om het kwaad (het donker, de kou) te verdrijven. We hebben er, behalve het midwinterhoornblazen, ook het nieuwjaarschieten aan over gehouden. Bij de kerstening werd aan heidense rituelen een christelijke betekenis gegeven, zoals de aankondiging van de blijde boodschap en de komst van het Licht. In het midwinterhoornblazen van tegenwoordig laten de blaasgroepen de Germaanse en christelijke rituelen met wonderlijk gemak door elkaar lopen. Tijdens hun eerste optreden van het jaar, op de eerste zondag in de adventstijd, blazen de midwinterblazers de verkondiging van de geboorte van Jezus en het 'afblazen' - hun laatste blaasdag - doen ze op Driekoningen. Maar op 21 december om 16.24 uur brengen de blazers ook een groet aan de ondergaande zon vóór die de langste nacht ingaat. Om de zon op 22 december om 8.43 uur opnieuw toe te blazen, dan bij de eerste opkomst na de zonnewende.