Na vele trieste gebeurtenissen was het dan eindelijk zover. Op 17 april werd Vaassen met een geweldig geknal gewekt. De schrik sloeg de bewoners om het hart: “Wat staat ons nu weer te wachten?” Al snel wisten mensen te vertellen dat de ingegraven tanks bij ’t Haackshuis (nu een kantoorgebouw van de Industrie) en bij de Kerckekamp (nu Monuta) waren opgeblazen en dat de Duitsers daarna alle bomen van de Emsterweg/Dorpsstraat over de weg lieten vallen om hun terugtocht te dekken. Daartoe was aan de stam van de bomen dynamiet bevestigd, dat tot ontploffing werd gebracht. Alle eiken van de Molenbeek tot verhuisbedrijf Bomhof lagen gekruist over de weg. In een mum van tijd haalden vanaf 7 uur alle mannen en jongens met handzagen de omgevallen bomen weg. Een zware klus die tot circa half tien duurde. Tegen 11 uur was het eindelijk zover: De eerste Canadees kwam op zijn motor langs. Hij is tot halfweg Emst gereden en kwam toen terug. Vaassen was bevrijd!
Waar alle vlaggen en oranje spullen ineens vandaan kwamen, is een raadsel, maar ’s middags was alles versierd. De meeste mensen gingen naar het dorp. De hele Dorpsstraat, het Marktplein en tot voorbij het garagebedrijf was één dansende, hossende en zingende mensenmassa. Er was geen muziek, geen drank en geen versnaperingen, maar in hun hele leven hadden de mensen nog nooit zo’n feest gevierd!
Later, toen in mei heel Nederland was bevrijd, werden er buurtfeesten georganiseerd met groene versierde poorten. De huizen en de straten waren versierd met restjes gekleurd papier en lapjes stof. Geweldig, wat een feesten, maar die eerste dag, die 17e april, de euforie die zullen velen niet meer vergeten. Daarom steken nog veel Vaassenaren elk jaar weer op 17 april de vlag uit!