Betreft: Magescheid fam.Van Steenbergen
Datum:14-10-1626
Bijzonderheden:Hendrik, Jan, Maarten, Wolter, Roelof en Gerrit van Steenbergen, scheiden de erfenis van hun ouders Harmen & Johanna van Heijden.(NB: In de aanhef werd Wijer vergeten!)Hendrik krijgt: landerijen in Terwolde, leen van het huis Bronkhorst, land in Wilp en de hofstede tot Hafcamp, door ouders gekocht van Jan van Keppel, moet daarvoor in het erfhuis 500 gld. inbrengen.Jan en Roelof: de Grote Havercamp in Emst, 4 morgen in Nijbroek, al het bouwland op de Heggerenck en 1000 gld. van de eerste termijn van de maalpenningen.Marten en Wolter: de Schultencamp en Gerrichs hofstede (ws. Geelichshofstede), land in Wissel met drie vierdeel holt en een kwart van een vierdeel in Wiesselsebosch, zijnde vrijgoed behalve een vierde van de Winkelcamp, dat is herengoed, nog 1000 gld. uit de eerste termijn van de maalpenningen.Gerrit: het erf Hafcamp, 4 morgen in Vaassensebroek over de Nieuwe Wetering en 200 gld. uit de maalpenningen.Wijer: half Vossenbroek met de hofstede daarop staande, 13 morgen in het Vaassensebroek over de Nieuwe Wetering, een half deel holt in Enckholt, Nierssensebosch, de smalle tiend van Vaassen en 300 gld. Ongedeeld: -11.500 goudgld., welke Wijer schuldig is van de koop van de molens uit de boedel.-Het tiende part van het huis Steenbergen, in Zuidwolde, Drenthe, het erf de Cleine en grote Oever, Ommerschans in Salland, dat gezamenlijk bezit is met oom Gerhard Struuck, schout van Havelte, met de Wicklers en Wissinghe slag, Lochem, waarvan Jan van Keppel tuchtgebruiker is. Deze goederen worden verkocht.NB: gesloten op het huis Rade, aan de Grift bij Vaassen.
Origineel:Coll. Moerman, schrift 6.