| Bijzonderheden: |
Erfscheiding van de goederen van Gerhard ten Holthe, schout van Epe. Hij deelt het onder zijn kinderen verwekt bij wijlen Berta van Huedt: 1. Gerrit: oudste zoon, krijgt erf Boscamp in de Hafcamp, 4 akkers in de Ruencamp, 4 akkers in Oosterlandt, 1/2 morgen in de Brant. 2. Joost: huis, hoven en getimmer waar vader woont, de Broucamp, de Heggercamp, het land voor de deur, 2 akkers van Beeckmans en de akker gekocht van Toenis Jacobs, de Sijpelt, het hout in het bos, de Holtacker, de gerechtigheid in het veld, het achterste deel van Ruencamp, Kleyne ackercken. 3.Lambertus: het erf Bossenbroeck met het land in de Yhorst. 4.Jan: het erf Oesteryck tot Epe met de Knollencamp, het land in Eper- en Emsterbroek; mits dat hij zijn broer Egbert jaarlijks 7 gld. en 10 stv. betaald (te lossen met 150 gld). 5. Egbert: de molens te Epe, de hofstede te Wissel, de Mate, 1 morgen hooiland in Heerderbroek, de hofstede in Vaassenbroek, de Bloemersacker, de Oosteracker, 100 dld. van 30 stv. uit het huis te Vaassen dat Joost moet uitkeren en 100 dld. die Jan moet uitlossen. 6: Gerharda: de Wolfscamp, de Aanwas met de helft van 5 grezen buitendijks, het halve Huetscampje, Moerbusch en halve hofstede, het Eeckterland in Oenerbroek (2 morgen), 2 akkers op de Wandenck en 600 gld. uit Bossenbroeck, die Lambert zal betalen. De drie grezen in Catharinencamp blijven onverdeeld voor eventuele schulden. Ieder zal de goederen dadelijk gebruiken en het zal hun gehoren na vaders dood. Broer Gerrit zal genieten uit de pandpenningen van het schoutambt de som van 1000 gld. voor de afstand van zijn 'olderdum' en voorrecht. |
