‘…en daaraan sluit zich de weg naar de kom van het dorp, omzoomd met bloeiende, vriendelijke en vroolijke lusthoven, die reeds terstond bij de intrede van Epe een aangenamen indruk maken. ’t Is dan ook een vrij groot dorp met lange, door linden en beuken overschaduwde hoofdstraat en een aantal zijstraten. Menig fraai heerenhuis met spiegelruiten en veranda’s, van smaakvol aangelegde en bloemrijke tuinen omringd, prijkt er. Er is in Epe niets ouds meer te zien. Behalve kerk en doopvont, en de eerwaardige forsche beuken in de Dorpsstraat, is alles betrekkelijk nieuw, zeer nieuw zelfs, zooals de deftige, vriendelijke heerenhuizen in hun plantsoenen, die aan het dorp zulk een vroolijk, welvarend voorkomen geven. (1) Huize de Brinkgreve Aan het einde van de 19e eeuw wordt Epe zo in een reisgids beschreven. Zoals uit dit citaat blijkt is er rond 1900 veel gebouwd: vooral imposante villa’s in classicistische stijl. Deze herenhuizen verrezen in het bijzonder langs de toenmalige Dorpsstraat (nu Hoofdstraat), maar ook in andere straten zoals de Beekstraat, de Stationsstraat en de St. Anthonieweg. Enkele van deze villa’s zijn tot op de dag van vandaag bewaard gebleven, bijvoorbeeld ‘Vijvervreugd’, ‘Beekzicht’ en ‘Anthoniehof’. Het merendeel van deze villa’s is echter gedurende de jaren ’60 van de 20e eeuw gesloopt in het kader van de vooruitgang en de modernisering. Veel oudere Epenaren zullen de namen van deze villa’s zeker nog herkennen: Brinkgreve (de latere Rozenhof) met daar tegenover de Lusthof, villa Dora’s Lust, villa Ooster, villa Wilhelmina, de villa van dr. Loeff, allemaal aan de Hoofdstraat gelegen, maar ook aan de Officiersweg de Pelzerkamp en Kolthoven aan de Tongerenseweg.Al deze herenhuizen hebben hun eigen geschiedenis met hun bewoners; het zou in het kader van dit artikel te ver voeren om ze allemaal te beschrijven en daarom wil ik graag nader ingaan op één er van: huize ‘Brinkgreve’, het latere ‘Rozenhof’ gelegen aan de Heerderweg. De oorsprong van dit herenhuis ligt bij de komst van een nieuwe burgemeester naar Epe: Mr. Erdwin Frederik Johannes Weerts (1812-1889), die van 1852 tot 1889 burgemeester is geweest. Hij was de opvolger van Jhr. G.W. van der Feltz.Over zijn aankomst in Epe schreef hij dit: ” ...Ik moet bekennen, dat ik, toen het op stuk van zoeken aankwam, innig melancoliek was, toen ik het lieve Westervoort (waar hij burgemeester was) moest verlaten – en toen ik op eenen Zondagmiddag plaats in de diligence nam, kan ik U wel zeggen, dat mij het weenen nader stond dan het lagchen. Ik had bijtijds Epe’s jeugd doen weten, dat ik niet wilde ingehaald zijn. Hoe dichter ik echter mijn nieuwe Gemeente naderde, des te harder begon die bliksemsche conducteur te blazen, zoodat geheele drommen van menschen naar de herberg liepen, om mij te zien. De gelagkamer was opgepropt met gapende menschen, die mij van het hoofd tot de voeten aanstaarden. Aldaar was de eerste Wethouder om mij te recipiëeren. Na eenige woorden gewisseld te hebben, ging ik maar zoo spoedig mogelijk naar mijne nieuwe woning, waar ik zeer prettig door de huisgenoten werd gerecipieerd en des avonds op een delicieus biefstukje werd vergast.”Hoewel hij twee kamers had gehuurd, moest hij de helft van zijn bezittingen daar op zolder zetten:”daar een mijner kamer geheel voor het Archief der Gemeente is ingerigt: gij kunt dus begrijpen hoe ik naar een betere woning verlang, die ik echter niet kan krijgen dan door ergens te bouwen, dewijl hier alles bezet is. Ik ben dan ook al druk bezig om na den eten altijd eene wandeling naar allerlei rigtingen te gaan doen, teneinde eens een mooi puntje uit te zoeken. De grond is hier ook al duur, 6 à 70000 de bunder. ’t Zoeken is hier zoo moeijelijk, dewijl men zich geen begrip kan maken van de allerbeelderigste pittoresque omstreken van Epe, overal even mooi en varieerend. In Epe is mijn Eldorado verwezenlijkt; nog eene vrouw en een huis en ’t is klaar.” Burgemeester Weerts beschrijft dan de aankoop van de bouwgrond: “Ik heb nu ook een mooie plek gronds gekocht, zoowat een minuut of vijf van het dorp, naar alle mogelijke zijden mooije vergezigten, zoowat 2 ½ bunder groot, dus ook geen kleine lap, voor zoowat f 2000,- nog al duur, maar het is ook mooi. Vandaag ben ik begonnen om toebereidselen te maken voor ’t bouwen daarop van het huis, men is reeds begonnen met de put; ik zet er een flink huis neer, doch vooreerst alleen de onderste verdieping, ruime hooge kamers, breede marmeren gang, etc. etc., en alles zoo sterk, dat er later eene geheele verdieping boven op kan, (als er braaf wat Dorotheetjes, Lucietjes, etc. komen, ’t geen God geve). Nu kan Bles twee verdiepingen nog niet trekken, want nu reeds zal het huis mij f 8000,- kosten.”De bouw van ‘Brinkgreve’, dat heet naar het huis van de grootouders van de burgemeester onder Diepenheim bij Deventer, verliep geheel volgens plan. Het oorspronkelijke huis bestond uit één bouwlaag in drie delen: in het midden de voordeur en aan weerszijden daarvan twee hoge ramen. Boven de voordeur was een uitspringende vijfhoekige verhoging aangebracht. Deze werd voorzien van een balustrade en een koepelvormig dak, wat het huis een karakteristieke uitstraling gaf. Ook de andere wens van de nieuwe burgemeester werd vervuld: op 26 mei 1852 verloofde hij zich met Jeanette A.C.L. Tack en op 3 februari 1853 zijn zij getrouwd. Zij betrokken meteen het nieuwe huis, ook al was dat nog niet helemaal klaar. Dat duurde nog enkele maanden. Op 20 mei 1853 schrijft Jeanette aan haar schoonzusje:”In Uwe verbeelding kunt gij mij zien zitten in een allercharmantste lieve kamer, vóór het uitzigt hebbende op den grindweg, en op zijde op de nieuwe keurige aanleg, zoals ik het noem, van mijn besten man, met ontzaglijk veel smaak aangelegd.” (2)Burgemeester Weerts en zijn vrouw hebben 4 kinderen gekregen, 2 dochters en 2 zoons. Op 14 maart 1889 is Mr. Erdwin op 67-jarige leeftijd overleden en begraven op de begraafplaats aan de Tongerenseweg, waar hij een gedenkteken met zwerfkeien bij zijn graf heeft gekregen van de inwoners van Epe. (3)Na zijn overlijden vertrok de weduwe met één van haar dochters naar Nijmegen en werd huize ‘Brinkgreve’ en het bijbehorende land in percelen verkocht op een veiling in juni 1889 in het logement ‘het Wapen van Epe’. Op perceel 1 lag het huis: ”De buitenplaats Brinkgreve te Epe met koetshuis, tuin en opgaand hout groot 2 hectaren 54 aren 15 centiaren bestaande uit Sectie U Nummers 1711.1713 hakhout. 1712 bouwland. 1714 schuur.1715 huis en 1716 tuin tezamen groot 2 hectaren 30 aren 50 centiaren allen in hun geheel en uit ten oosten en ten westen daaraan grenzend gedeelten van Sectie U Numero 1993 hakhout opgaande boomen geheel groot een hectare 48 aren 10 centiaren.”Na een aantal biedingen wordt Brinkgreve verkocht:“De kolom van de percelen een tot en met zeven en tien tot en met dertig, getrokken op 16.300 gulden door den heer Jan Jacob Lodewijk ten Kate, buiten beroep wonende te Amsterdam, die terstond verklaarde dit bod gedaan hebbende voor den heer Diederik Johan Muntendam, medicinae doctor wonende te Amsterdam, en hetzelve namens dezen, als zijn mondeling lasthebber in koop te accepteren.”(4) Jan Jacob Lodewijk Ten Kate (1850-1929) was kunstschilder en tevens de zoon van de toentertijd beroemde dichter J.J.L. Ten Kate; hij was getrouwd met Johanna Baltina Muntendam. Zij was de dochter van Diederik Johan Muntendam, een bekende Amsterdamse arts (5) die het huis voor zijn dochter heeft gekocht.“Maar in veel ruimer kring is de naam van den dichter J.J.L. ten Kate vereerd en geliefd. Diens zoon en naamgenoot, die de Brinkgreve kocht en het huis belangrijk vergrootte, bewaart er meer dan ėėn gedachtenis aan den zanger van “de Schepping” en zoo menig ander lied. Behalve de volledige uitgave, vinden wij er het handschrift zijner talrijke dicht- en prozawerken en in een der kamers wordt eerbiedig het schoone Apollobeeld getoond, den zeventigjarige door vele vrienden en vereerders aangeboden, maar dat slechts het teeken van hulde en liefde aan een stervende mocht zijn. De heer Ten Kate jr., zelf schilder en man van smaak, en dus der traditieën zijner talentvolle familie niet ontrouw, heeft zijne huizinge gemeubeld en versierd op een wijze, die ’t overal toont, dat men in de woning eens kunstenaars vertoeft. De eigenaar van de Brinkgreve is daarbij ook de Brinkgreve met klokkentoren (na 1893)oeconoom, die zich met ijver toelegt op de verbetering zijner bezittingen, met hart en ziel medelevende in de zorgvolle, bijna hopelooze toestanden, waaronder de kleine landbouwer op de Veluwe gebukt gaat, ernstig tracht door woord en voorbeeld iets bij te dragen om een betere toekomst nader te brengen. Met belangstelling bezoeken wij de bosschen en de proefvelden en nemen wij kennis van wat in deze richting gedaan wordt. Aanvankelijk schijnt de heer Ten Kate in zijn pogingen niet ongelukkig te slagen en met hem hopen wij van harte, dat zij den Veluwschen boer bij zijn “struggle for life” op de hooge zandgronden ten goede mogen komen.Tegenover het heerenhuis vinden wij, in een fraaien aanleg met vijver en grot, het solide gebouw en het ruime terrein van een hoenderpark, dat echter niet meer door den heer Ten Kate zelven geëxploiteerd wordt.De Brinkgreve ligt aan den grintweg naar Heerde.” (6)De Brinkgreve werd in 1893 voorzien van een bovenverdieping en een klokkentorentje. De schilder J.J.L. Ten Kate was vooral bekend als vredesschilder, die o.a. werkte voor de toenmalige vredesbeweging, geïnspireerd door de schrijfster Bertha von Suttner (“Die Waffen nieder”).Tijdens de grote vredesconferentie van 1899 in Den Haag had Ten Kate daar een privé-tentoonstelling van zijn vredeskunst ingericht, die door de congresgangers druk bezocht werd.Het belangrijkste schilderij op deze expositie was een doek van 4 x 5 meter, “Oorlog aan de oorlog”. Dit gigantische schilderij is door Ten Kate in Epe geschilderd in 1898 en is sinds 1902 spoorloos verdwenen.Ten Kate heeft van 1890 tot 1900 in Epe gewoond.De Brinkgreve werd verkocht aan L. Kolff, die er tot 1913 heeft gewoond en toen huize Kolthoven aan de Tongerenseweg heeft laten bouwen.Uit een krantenartikel van de jaren ’60 “…dan de Brinkgreve van Kolff, met daar tegenover zijn hoenderpark, het huize Lusthof van nu. Verder was er dan links van de Heerderweg alleen maar bos, ook van Kolff, tot aan Dennenheuvel toe. Rechts van de weg was er bouwland en weiland met een enkel huis.”In oktober 1913 wordt Brinkgreve geveild door notaris W.J.M. Verkouteren in “’t Wapen van Epe”. Op 11 oktober schrijft het plaatselijk nieuws:De buitenplaats “De Brinkgreve” te Epe gelegen aan den grindweg van Apeldoorn naar Zwolle, bestaande uit voor eenige jaren naar de eischen des tijds ingericht ruim heerenhuis met centrale verwarming, gas- en waterleiding, bevattende beneden 5 groote kamers, ruime serre, keuken, bijkeuken en kelders, en boven 7 kamers, badkamer, dienstbodenkamer en zolder, met koetshuis waarin paardestal voor 4 paarden (2 boxes) en koestal voor 12 koeien, hooiberg, melkkamer, 2 schuren, koude en warme kassen, druivenkas en omgelegen tuin met hoog opgaand geboomte; daarover gelegen terrein met ruim tuinmanshuis, orangerie, moestuin,varkensstal en hoenderpark, benevens boomgaard, vijvers, bosschen, bouw- en weiland, een en ander, groot 48-13-94 in 44 percelen kolommen en massa, voornamelijk prachtige bouwterreinen met hoog opgaand hout, alle nader omschreven in catalogus met kaart, welke tegen betaling van F 0,25 te verkrijgen zijn ten kantore van voornoemde Notaris.Onder den koop zijn niet begrepen rood zijden behang in de salon, beschermer van de centrale verwarming onder den schoorsteen in de eetkamer, alle jalouziëen, alle rozen en bloemen en 2 hondehokken bij den stal.”Het pand werd gekocht door zuster Dop, die er een sanatorium voor herstellenden van zenuwziekten van maakte. De naam Brinkgreve werd toen veranderd in ‘Rozenhof’. De huidige verzorgingsflat de RozenhofIn 1933 kocht K.J. Hegger het pand en het werd een hotel,dat grote bekendheid kreeg. In het zomerseizoen van de jaren ’20 en ’30 organiseerde de VVV tuinfeesten in de tuin van hotel ‘Rozenhof’, met muzikale medewerking van o.a. de Harmonie. De verlichting moet op die feesten prachtig geweest zijn. De gemeente Epe kocht het huis in 1958, als een van de vele gebouwen, die eens in aanmerking kwamen om er een raadhuis te vestigen. Daar het raadhuis uiteindelijk op de Markt terecht kwam, werd de Rozenhof weer verkocht, dit keer aan de bouwonderneming Katz uit Leeuwarden. Deze brak het af in 1961 en bouwde in 1963 de verzorgingsflat de Rozenhof. (7)
Drs. Dianne Andeweg-Hamer
Noten bij “De geschiedenis van een herenhuis” 1. J.Craandijk, Hedendaagsche buitenplaatsen, z.j., p.646,647.2. Ampt Epe, 25-2, 1972, p.6-11; Noord-Veluws Dagblad 11-11-1978, p. 19.3. Honderd jaar Epe: grepen uit de geschiedenis van de gemeente Epe van 1878 tot 1978, 1978, p. 14 .4. Repertorium der acten verleden voor den te Epe standplaats hebbende Notaris W.J.M. Verkouteren, no. 1139-1420, no. 1200).5. Deze heeft bijgedragen aan de verbetering van de drinkwatervoorziening in Epe, uit een brief van zijn schoonzoon aan de Raad in 1896:”…laatstgenoemde voor zijne rekening en ten genoege van het gemeentebestuur eene drinkwaterpomp op het schoolplein nabij school B te Epe plaatse – bij wijze van schenking aan de gemeente, ter voorziening in beter drinkwater”. De Raad heeft dit geschenk graag aanvaard en jarenlang stond deze pomp op het schoolplein van de Dorpsschool.Uit: Mr. J. Rombach, De Vredesschilder Ten Kate in Epe, z.j., p. 12-15.6. Gids voor Epe op de Veluwe, 1905, p. 17.7. Krantenartikelen z.j.; artikelen Ampt Epe .