Bekijk nummer 191

In het eerste nummer van 2013 vindt u weer een rijke variatie aan artikelen.

In 'Het voorbije thuis' herinnert Lijda van den Bremen zich: 'Als ik aan de nazomers van toen denk, zie ik mezelf op mijn blote voetjes over het stoppelland lopen... Ik ruik de geur van nazomerwarme aarde en aardappels...'

Tjada Amsterdam vertelt hoe de grafheuvellijn Niersen-Epe in de archeologische wereld een internationale topic is: 'Nergens in Europa ligt zo'n sprekend voorbeeld van een lijnvormige reeks prehistorische graven.'

Het afwerpgebied 'Zesendertig Bunder' is onderwerp van een artikel van de hand van René Taselaar. Hij staat bekend om zijn goedgedocumenteerd onderzoek naar wetenswaardigheden uit de Tweede Wereldoorlog.

Evert de Jonge wandelt verder langs de Hanendorperweg en behandelt de boerderijen die hij 'Stegeman' en 'Koetsier' noemt. Daarbij komt ook de brand ter sprake die in september 1934 het leven kostte aan drie jonge kinderen.

De leerzame toespraak die Bert Paasman jl. oktober hield ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van de Eper Gemeente Woning, kunt u nu op schrift lezen. Zo schrijft hij: 'De erfenis van Prins en zijn opvolgers is nog steeds van vitaal belang voor het culturele leven (in de ruimste zin van het woord) van kerk, verenigingen en particulieren.' Met De Stentor is hij het eens: na honderd jaar is de EGW nog steeds ‘springlevend’.

Verder behandelt Dianne Hamer de kunstschilder Carel Lodewijk Hansen die enige tijd in Vaassen gewoond heeft, en blikt Eef Brummel terug op zowel de heropening van de Grote Kerk in Epe als op de Najaarsexcursie naar het Hanzestadje Hattem.

Wij wensen u veel leesplezier!