Na de dood van keizer Karel de Grote in 814 viel zijn grote Europese rijk uiteen. Van het ontstane machtsvacuüm maakten tal van machtige heren gebruik om meer gebieden, landgoederen en rechten te verkrijgen. Een van deze heren koos rond het jaar 1100 als centrum van zijn macht een burcht in Geldern (nog steeds een Duitse stad, net over de grens bij Venlo). Van daaruit vergrootten zijn nakomelingen hun invloed naar het noorden en tegen 1250 beheersten zij omvangrijke gebieden rondom Roermond, Nijmegen, Arnhem (De Veluwe!) en Zutphen. In 1339 verleende de keizer van het Duitse rijk aan deze graaf van Gelre het recht Zich hertog van Gelre te noemen.

De wereld veranderde toen in 1486 Maximiliaan van Oostenrijk keizer van het Duitse rijk werd. Hij stamde uit het adellijke geslacht Habsburg en maakte zich sterk voor een krachtig centraal gezag. Dit beviel vooral de hertog van Gelre, Karel van Egmond (1467-1538), niet; hij streefde onafhankelijkheid na. In 1492 werd deze Karel hertog van Gelre en als zodanig kreeg hij vooral te maken met de kleinzoon van Maximiliaan: Karel V (1500-1558). Karel V werd in 1519 keizer en ook hij wilde centralisatie van het gezag. Met hand en tand verzette Karel van Gelre zich daartegen, maar toen hij in 1538 in Arnhem overleed had hij nog geen succes geboekt. Zijn opvolger Willem, hertog van Gulik en Kleef, moest zich kort daarna gewonnen geven. En zo kwam bij het Verdrag van Venlo het hertogdom Gelre in 1543 uiteindelijk onder het bestuur van de Habsburgers. Vanaf dat moment heerste Karel V ook over heel Nederland, Belgiƫ en Luxemburg, totdat deze landen in 1568 de Tachtigjarige Oorlog begonnen: hertog Karel van Gelre was te vroeg geboren...

Dit artikel komt uit "De Eper Canon, Geschiedenis van een gemeente".
2e herziene en uitgebreide druk, (c) 2011 Rotary Club Epe / Ampt Epe
ISBN 978-94-6190-451-5; NUR 693