De Franse tijd was een periode waarin veel besturen om de haverklap werden gereorganiseerd, evenals de grenzen van de gebieden waarover ze zeggenschap hadden. Het ambt Epe, waarvan de grenzen waarschijnlijk al sinds 1176 vastlagen, ontkwam daar ook niet aan.
In maart 1798 werd besloten om de gemeente Epe uit te breiden met het schoutambt Heerde en het richterambt Nijbroek. Deze situatie heeft waarschijnlijk nog geen jaar geduurd, want in februari 1799 werden Heerde en Nijbroek al weer afgescheiden. Met ingang van 1 januari 1809 werd Vaassen van Epe afgescheiden en gevoegd bij Het Loo. Nijbroek en Welsum kwamen toen bij Epe. Uit deze tijd dateert het feit, dat Vaassenaren wel en Epenaren niet konden meeprofiteren van het door koning Lodewijk Napoleon gestichte en naar hem genoemde fonds ter ondersteuning van armen.
In 1811, toen Nederland rechtstreeks deel uitmaakte van het Franse keizerrijk, werd een aantal gemeenten opgedeeld in kleinere eenheden. Vaassen en Oene werden toen samen afgesplitst van Epe. Frederik Carel Theodoor baron Van Isendoorn à Blois werd burgemeester van deze nieuwe gemeente. Hij maakte uiteraard ook de akten van geboorte, huwelijk en overlijden op. Vanaf 14 februari 1814 werd Mr. Gerhardus Tulleken, die al burgemeester was van Epe, burgemeester van Vaassen.
In 1818 kwam er al een eind aan deze situatie en werden de beide dorpen weer bij elkaar gevoegd, zodat alles weer terug was bij het oude. Die situatie is al weer bijna twee eeuwen een feit. Er blijft alleen nog een raadselachtige enclave over van de gemeente Epe, die in het gebied van Nijbroek ligt, namelijk de boerderijen Het Vosje en De Blankemate. Niet bekend is hoe dat zo is gekomen; ook is niet bekend wanneer er een eind kwam aan deze situatie, hoewel dat waarschijnlijk in de eerste helft van de negentiende eeuw was.
Dit artikel komt uit "De Eper Canon, Geschiedenis van een gemeente".
2e herziene en uitgebreide druk, (c) 2011 Rotary Club Epe / Ampt Epe
ISBN 978-94-6190-451-5; NUR 693