1829Voor de inwoners van de gemeente Epe was 13 april 1829 een dag om nooit te vergeten. Na eeuwen plannen maken was het eindelijk zover. Het Apeldoorns Kanaal ging open!

Epe bestond in die tijd uit kleine dorpen in een landschap met heide, zandverstuivingen, wat bos en, naar de IJssel toe, drassige landerijen. Te droog aan de ene kant en te nat aan de andere kant. Niet vreemd dat er weinig mensen woonden, zo’n vijfduizend. De inwoners van Epe hadden veel ruimte, maar konden er weinig mee. De meesten werkten in de landbouw, maar dit viel in onze streek niet mee. Zeker op de droge zandgronden wilde nauwelijks iets groeien. Moeizaam scharrelde men zijn kostje bij elkaar. Er was een beetje industrie. Dankzij de sprengenbeken en watermolens was er gratis energie en helder water in overvloed. Hierdoor ontstonden papiermolens, kleine papierfabriekjes. De economie kon dus wel een stimulans gebruiken. Men was van mening dat dit moest komen van een betere verbinding met de buitenwereld. Er waren alleen zandwegen op de Veluwe. Droog in de zomer en modderig in de herfst. Net als in de rest van Europa zou een kanaal uitkomst bieden. Voor de aanvoer van mest voor de boeren en grondstoffen (lompen) voor de papiermolens. Ook voor het transport van landbouwproducten en papier naar steden in Holland was een kanaal onontbeerlijk. De vervoerskosten over een onverharde weg waren ongeveer tien keer hoger dan via een kanaal!

De plannen voor een kanaal kwamen niet uit de lucht vallen, daarover werd al vanaf de zeventiende eeuw nagedacht. Maar wie wilde investeren in een kostbaar kanaal voor zo’n armetierige streek? Uiteindelijk hakte koning Willem I de knoop door en begonnen in 1825 de graafwerkzaamheden. Van zonsopgang tot zonsondergang werkten 200 man met de schop aan een kanaal van 32 kilometer met vijf sluizen en twintig bruggen. De eerste jaren voldeed het kanaal goed. Maar als je de cijfers bekijkt, kun je de vraag stellen of het kanaal echt een economische impuls was. Gemiddeld twee boten per dag is niet bijzonder veel. Toch waardeerden de ondernemers het kanaal enorm.
Uit de soms overdreven uitlatingen kun je opmaken dat het kanaal ook een belangrijke symboolfunctie vervulde: we tellen mee, we hebben een kanaal! Omdat er goede transportmogelijkheden waren, durfde men te investeren.

De zegetocht van het kanaal duurde maar kort. Ondanks het verlengen van het kanaal van Apeldoorn naar Dieren bleef het vanaf het einde van de negentiende eeuw tobben geblazen. De trein en het wegtransport namen de functie van het kanaal over. Uiteindelijk werd het kanaal in 1972 gesloten.

De geschiedenis van het kanaal is hiermee niet voorbij. Er gaan steeds meer stemmen op om het kanaal weer bevaarbaar te maken, nu voor de pleziervaart. Net als in de negentiende eeuw zijn ook nu de kosten een probleem.

Dit artikel komt uit "De Eper Canon, Geschiedenis van een gemeente".
2e herziene en uitgebreide druk, (c) 2011 Rotary Club Epe / Ampt Epe
ISBN 978-94-6190-451-5; NUR 693