Het geslacht Van Isendoorn à Blois woonde ruim driehonderd jaar op kasteel Cannenburch (1558-1881) en heeft voor de aanhangers van het rooms-katholieke geloof in Vaassen een belangrijke rol gespeeld. Uit een godsdiensttelling in 1809, bleek dat dertig procent van de inwoners van Vaassen rooms-katholiek was. Deze uitkomst had alles te maken met de steun die men ontving van de bewoners van kasteel Cannenburch.
Tussen 1824 en 1868 werden in ons land kerken gebouwd met financiële steun van de overheid. Ingenieurs van het ministerie van Rijkswaterstaat bemoeiden zich met het ontwerp van dergelijke kerken. Men was afhankelijk van hun goedkeuring en de bouw ervan werd door hen gecontroleerd. Deze kerken kregen als bijnaam Waterstaatskerk, hetgeen niet duidt op een bepaalde bouwstijl. De overheid probeerde met deze vergoeding een einde te maken aan de conflicten tussen rooms-katholieken en hervormden over het bezit van oude kerken. Tot een echte oplossing was men niet gekomen en daarom beloofde de overheid bij de bouw van een nieuwe, of bij het herstel van een oude kerk, financieel bij te springen. Op de Oosterhof in Vaassen heeft zo'n Waterstaatskerk gestaan. Hij werd gebouwd tijdens de ambtsperiode van pastoor Jacob C. Kleintunte en werd in 1832 ingezegend. Ruim tachtig jaar heeft de kerk dienst gedaan en hij maakte in 1916 letterlijk plaats voor de huidige kerk.
Om een einde te maken aan de onduidelijkheid over de parochiële grenzen werd op 2 maart 1855 de Sint-Martinusparochie in Vaassen opgericht. Joannes Zwijsen, aartsbisschop van Utrecht, verleende hiervoor toestemming. Voor die tijd was er sprake van Missiestatie Vaassen.
De familie Van Isendoorn à Blois heeft veel betekend voor de rooms-katholieken in onze omgeving. Zo werd de eerder genoemde Waterstaatskerk in Vaassen op grond van de Van Isendoorns gebouwd. Daarvoor gaf een houten schuurkerk (schuilkerk) onderdak aan de gelovigen, een schuur die vastzat aan een huis op de Oosterhof en die eigendom was van deze adellijke familie.
In 1805 kregen de rooms-katholieken in Epe van de bewoners van kasteel Cannenburch een boerderij om daar hun godsdienstoefeningen te houden. Op zondag werd dan door een priester uit Vaassen de mis gelezen. Op de plek waar deze boerderij heeft gestaan, werd in 1848 een driebeukige Waterstaatskerk gebouwd die tot 1903 een bijkerk van Vaassen is gebleven. Daarna werd onder pastoor Bianchi een eigen parochie gesticht, de parochie van de Heilige Martinus. Dankzij zijn doorzettingsvermogen kwam er in 1914 een nieuwe kerk met pastorie. Na het vertrek van pastoor Bianchi werd pastoor Som benoemd. Hij zette het werk van zijn voorganger voort en liet in de kerk onder andere nieuwe banken en een doopvont plaatsen. De kerk werd naar eigen inzicht van binnen beschilderd. In 1966 kwam er een geheel nieuw kerkgebouw.
Dit artikel komt uit "De Eper Canon, Geschiedenis van een gemeente".
2e herziene en uitgebreide druk, (c) 2011 Rotary Club Epe / Ampt Epe
ISBN 978-94-6190-451-5; NUR 693