1866Van het dorp Emst kunnen we pas spreken na 1866, het jaar waarin de kerk werd gebouwd. Daarvoor hoorde het buurschap Emst bij de Grote Kerk van Epe, net als de andere buurschappen (Emsterenk, Westendorp, De Brink, Achterenk, Over de Grift, Schaveren en Gortel). Zij vielen zowel kerkelijk als burgerlijk onder Epe. De gelijknamige gemeente telde voor 1866 drie kerkdorpen: Epe, Oene en Vaassen. Wel stond aan de rand van de Emsterenk al een schooltje.

In die tijd legde een groep mensen de grondslag voor het stichten van een eigen kerkgemeenschap. Zij werden ‘de commissie' genoemd en deze commissie legde de eerste contacten met de Hervormde Gemeente van Epe over zelfstandigheid. Volgens het afschrift van de kerkenraadsvergadering te Epe, gehouden op 5 maart 1861 onder voorzitterschap van Ds. Worst, kwamen de eerste aanvragen om in Emst een eigen gemeente te stichten ter tafel. Het grootste bezwaar van de kerkenraad van Epe was de verdeling van de kerkelijke eigendommen, die ook voor een belangrijk deel in Emst lagen. In de vergadering van kerkvoogden en notabelen van Epe op 26 januari 1865 werd na enige discussie besloten om aan de kerkelijke gemeente van Emst zestig roeden grond, gelegen aan de Grintweg te Emst, ten geschenke aan te bieden en in volle eigendom af te staan. Op deze plek werd later de kerk gebouwd. Oud-burgemeester en notaris, de heer G.W. van der Feltz, tevens voorzitter van het Sint-Anthoniegilde, legde op 19 maart 1866 de eerste steen. Ook schonk het Sint-Anthoniegilde in 1866 een groot bedrag van 8.000 gulden voor de kerkbouw en ontving daarvoor uit dankbaarheid een halve kerkbank in eigendom.

Op de vergadering van 28 januari 1867 werd met meerderheid van stemmen Ds. A.A. van Sels tot herder en leraar van de nieuwe kerkgemeente beroepen. Kandidaat Sels nam het op hem uitgebrachte beroep aan en op zondag 8 mei 1868 deed hij zijn intrede in de nieuwe gemeente, na bevestigd te zijn door de consulent Ds. Worst uit Epe. Zo had Emst na veel moeite zijn nieuwe kerk en zijn eerste predikant gekregen. Wanneer de kerk is ingewijd en door wie, is onbekend. Naar alle waarschijnlijkheid is dit door Ds. Worst gedaan. De eerste predikanten waren, net als in Epe, van de moderne vrijzinnige richting, zodat er ook een Evangelisatie in Bethel kwam, op het Handel (nu Vaassenseweg 51, Emst), waar de heren Meeuwenberg, Van Pattenberg, Van de Kamp, en Van Wijk kerkdiensten hielden. De heer Van Wijk leidde na de opheffing in Bethel nog enige keren de diensten in de kerk van de Hervormde Gemeente Emst.

Met de komst van Ds. Van Rhijn in 1902 kwam de eerste rechtzinnige predikant, en met de komst van Ds. Bartlema in 1914 ging men over naar de hervormd gereformeerde richting. Een zwarte bladzijde in de kerkgeschiedenis is de brand op maandag 6 januari 1930. De hele kerk brandde af en er bleef slechts een troosteloze ruïne over. In hoog tempo werd een nieuwe kerk gebouwd en op 28 december 1930 kon deze al in gebruik worden genomen. Met de komst van een kerkgebouw werd Emst het vierde kerkdorp in de gemeente Epe. De huidige kerk staat symbool voor 140 jaar onafhankelijke kerkgemeente en de stichting van het dorp Emst.

Dit artikel komt uit "De Eper Canon, Geschiedenis van een gemeente".
2e herziene en uitgebreide druk, (c) 2011 Rotary Club Epe / Ampt Epe
ISBN 978-94-6190-451-5; NUR 693