Vaassen heeft (net als Epe overigens) de afgelopen decennia een enorme groei doorgemaakt. Voor Vaassen had het maar weinig gescheeld of het was een kleine stad geworden. Het aantal inwoners in de dorpskom groeide van 2.300 in 1947 tot 7.500 in 1970. Twee redenen die daarbij een rol speelden waren de komst van de Zuid-Molukkers en de trek van steeds meer mensen van het platteland naar de dorpskom.

In het kader van de spreiding van de werkgelegenheid kwamen aan het einde van de jaren zestig veel mensen uit de Randstad naar Apeldoorn. Bedrijven als de Belastingdienst, Centraal Beheer, het Kadaster, TNO en Philips openden vestigingen in Apeldoorn, dat de groei niet meer aan kon. En met die werkgelegenheid kwam er ook een grotere behoefte aan woonruimte in de omgeving van Apeldoorn. Bovendien werd de afstand vanuit de Randstad steeds kleiner door de toegenomen (auto)mobiliteit en de verbeterde infrastructuur. Steeds meer mensen die in de Randstad werkten wilden op de Veluwe wonen. Dit leverde een derde reden op voor de groei van Vaassen. Flinke aantallen mensen die in Apeldoorn kwamen werken, vestigden zich in Vaassen. Apeldoorn zat in het zuiden en oosten ingeklemd tussen de nieuwe rijkswegen A1 en A50. Aan de westkant was uitbreiding niet mogelijk vanwege het Veluwemassief. De mogelijkheid om naar het noorden, richting Vaassen, uit te breiden werd onderzocht en omdat er een groenzone tussen Vaassen en Apeldoorn was gepland, zorgde dat voor een plan dat in de volksmond Groot Vaassen ging heten.

Het plan voorzag in eerste instantie in stedelijke bebouwing ten oosten van Vaassen, waarvan de bebouwing varieerde van één tot achttien bouwlagen. In het daaropvolgende structuurplan werden de plannen enigszins bijgesteld en zou Groot Vaassen rond 1990 ongeveer 28.000 inwoners gaan tellen. Een slaapstad mocht Vaassen niet worden, dus het plan moest ook leiden tot werkgelegenheid in de gemeente Epe. Een groei die vooral werd gezocht in de dienstverlening en slechts in beperkte mate in de industrie. Door de grotere mobiliteit en de veranderingen in de maatschappij groeide het verkeersaanbod en daarop moesten de verkeerswegen worden aangepast. De dorpenweg, oorspronkelijk een zandpad dat de dorpen verbond en slechts een beperkte hoeveelheid verkeer hoefde te verwerken, raakte overbelast en leidde in de dorpskommen regelmatig tot zeer gevaarlijke situaties. De rijksweg A50 voorzag bij de opening in 1977 in een betere infrastructuur voor het verkeer dat de langere afstand van Apeldoorn naar Zwolle in een veel kortere tijd dan voorheen aflegde en ontlastte de dorpskommen. Later werden de dorpskommen van Epe en Vaassen zelfs verkeersluw gemaakt door het aanleggen van een structuurweg buiten het centrum van Vaassen en een rondweg in Epe.

Hoewel het plan voor Groot Vaassen niet is doorgegaan, is Vaassen toch aanzienlijk gegroeid. Het dorp heeft echter het dorpse karakter kunnen bewaren. De bereikbaarheid en veiligheid van het dorp zijn door de aanleg van de A50 aanzienlijk verbeterd.

Dit artikel komt uit "De Eper Canon, Geschiedenis van een gemeente".
2e herziene en uitgebreide druk, (c) 2011 Rotary Club Epe / Ampt Epe
ISBN 978-94-6190-451-5; NUR 693