Invnr. 45:
N.B.: Het betreft een incompleet register.

 

Enkele zaken die opvielen:

  • De pachter betaalde soms zelf de schatting (grondbelasting) en het herengeld (plaatselijke heffing); dat werd verminderd op de pacht.
  • De ontvangende olderlieden werden ‘ministrators van St. Antonie Ermen’ genoemd.
  • Er is een voorgaand register geweest; vaak werd er ‘over ’t olde’ afgerekend.
  • Soms was er kwijtschelding voor ‘kwade jaren’.
  • Soms betaalde men aan de muller.
  • Een enkel maal werd er verrekend; o.a. bij de smid die een kist of - ten behoeve van het kerkenerf- ijzerwerk had geleverd.

NB: Het register begint bij fol. 23.

 

Betekenis van de nummers

Nummer 1: soort pacht c.q. lening.
Nummer 2: eerstgenoemde pachter/geldlener en de jaren van betalingen
Nummer 3: bijzonderheden.
Nummer 4: opvolgende betalers met jaren van betalingen.
Nummer 5: Bijzonderheden.

 

Fol. 23-24

1. Geld- en zaadpacht, land en weide, 3 schepel rogge.
2. Deryck Berents Dans, 1606-1620
3. Pandde eenmaal ook het holt op zijn goed
4. Dries Berents, namens zijn vader, 1619-1620

 

Fol.24

1. Geldlening; rente
2. Deryck Essen, 1606-1609

 

Fol.24vso

1. Geldlening
2. De erfgenamen van Henryck Gerrits, de broers Gerryt en Lubbert Henryckx
4. Gerrit, o.a. voor zijn moeder, 1614-1622
4. Lubbert Henryckx, schoenmaker, 1614-1635

 

Fol.25

1. Geld- en zaadpacht, Kerckenerve
2. Deryck Gerrits, 1607-1626
3. Betaald ook voor een akker op Emsterenck

 

Fol.26

1. Memorie over het goed waar Toenys Span op gewoond heeft tot Vaassen ‘ande Hegge dat die van Bonenbuercht toe komt’(nl. Henrick en Wolter van Bonenburcht), daar gaat per jaar een mudde rogge erfrente uit, waar nu Steven Derijcks op woont.
Goesen Aernsen betaalt 2 mud rogge, maar ook ‘dat salyge Symmen Wyllems zone Wyllem tot Joehannus tot Faessen gekregen heft ynt jaer 1603’
Joehannus Voskuyls, pastor tot Epe, 2 molder rogge, die hij van Toenys Spann ontvangen heeft, 1604.
4. Goessen Aernsen, 1606
4. Tonis Span, 1610
4. Steven Deryx, 1614-1631

 

Fol.27

1. ’Egbert Pyckeren geff den ermen des jaerss 3 schepel, 20 ggld.’
2. Egbert Pyckeren, 1606-1616
4. Toenis Pyckeren,1618
4. De mombers van de kinderen van Egbert Pyckeren en weduwe, 1618
4. De weduwe, 1620
4. Henryck Pyckeren, 1623
5. ’Weer belecht an Derck.’

 

Fol.27vso

1. Op dinsdag tot Pinksteren 1614 heeft Zeeger Gosens met de olderluiden een overeenkomst gesloten over de 8 stuivers het jaar, hetgeen nog stond tot nu. Zeger zal zoals de erfg. van Grytte Gosens voortaan betalen 2 ggld. ad 28 stv. het stuk. Voor alles wat er staat zal hij in drie termijnen 12 Keizergld. betalen.

 

Fol.27vso

1. Gerryttijn Pannekoeken blijft schuldig 17 gld, 14 stv.
2. Idem, 1628-1635

 

Fol.28

1. Geldlening, 2 ggld. ‘tot St. Marten in de wynter’
2. Zeeger Gossens int dorp, 1607-1617
4. Gertyn Pannekock,1617, 1623-1629
4. De huisvrouw van Wyllem Pannekoeke,1616

 

Fol.28vso

1. Des jaars 1 mud rogge en 36 stv.
2. Deryck Essen inde Laersstraette,1605,1609-1613
3. In de kantlijn staat:’Gaende 2 brieven, Wulff …inde Haeff den enne mudde uyt dat… op St. Marteijn alle jaer’
4. Zijn vrouw,1617
4. Heryck Gerris, betaald de 1/2 , 1616,1620 (samen met zijn vrouwen moeder)
4. De dochter Marya, 1618
4. Wyllem Pannekoeke van zijn deel, >1618-1620
4. De zwager (zonder jaar)

 

Fol.29

1. ’Van Huuten hoeff St.Antony ermen gegeven des jaers 25 stv. uut ein hoiff toe Wijssele daer den schultis Gerryt ten Holte naest geland is noordwerts, oestwerts de gemeine strate, suetwerts Roleff Branthair, west den schultis voorss.. Dat Wyllem Karsseijns in erfpacht heft. Hij heft dat verkocht aan Andrys pastoer van Ermeloe mit consent van de olderluyden’.
2. Andries dochter betaald 1606
3. Met bewillinge van de olderluiden doorgeleid aan:
4. Gerryt Jansen, 1607-1626 (zijn vrouw,1615)
4. Henryck Deryckx t.b.v. de erfgenamen, >1626-<1630
4. Ryck Derickx, 1633-34

 

Fol.30

1. Geldlening, 34 daalders
2. Berent Gisberts, 1606-1627
4. Jan Berens, samen met vorige, 1624-1627
4. Deryck Reynders, voor de ½, 1632-35
5. Haalde holt ‘ande Laerstraten’en betaalde o.a. met voer en kaarsen.

 

Fol.30vso

1. Afgerekend met Bessel Derickx, Jan Henrickx en Tymen Herms.
4. Tymen Herms, 1630-1635
5. Op 19-12-1635 hebben de olderluiden afgerekend met Bessel en Tymen; zij blijven 8 ½ schepel rogge schuldig.

 

Fol.31

1. Anna Bessels geeft des jaars 1 molder erfrente.
2. Deryck Rynders, de achterstand, 1607, idem betaalt voor zijn moeder Anna Bessels, 1611, betaalt 1613-1631
4. Tymen Herms, 1607, 1617-1618
4. Bessel Deryckx, 1616-1631
4. Henrick Jans,1627

 

Fol. 32 ‘2 brieven’

1. Rente
2. Aert Gerrijs, bet. achterstand, 1608-1614
3. Samen met Jan Gangolffs en Hermen Hermss, 1613
4. Jan Gangolffs en Hermen Hermss, 1613

 

Fol.33

1. Een akker bijlangs den Feijgenkamp, op de Emsterenck, 4 schepel, 20 gld.
2. Jorrijn Reijnders, 1608-1614

 

Fol.33vso

1. ‘Des jaers 5 schepel roggen, nog van den Kerckenkamp 2 schepel rogge.’
2. Hermen Andresen, bet. achterstand, 1622-1635.
4. Hermen den jongen, 1624
4. Hermen den olden, 1624

 

Fol. 34

1. Geldpacht
2. Hermen Andres, 1608-1622
3. ’Van old en neys, soe heeft Hermen jaer 1608 den pachter van St. Anthoenys hoeve gijft des jaers 4 ½ Keizergld.
5. Waarschijnlijk vervolgd op fol.33vso

 

Fol.34vso

1. Een mud rogge voor land op de Kerckenkamp
2. Henryck Henryckx, 24-10-1613.

 

Fol.35

1. Een akker op Suerenck, 3 schepel rogge des jaars.
2. Lambert Bengert, bet. achterstand, 1611-1612

 

Fol.35

2. Aert Lamberss, bet. 2 ½ schepel, 1611 en 1614

 

Fol.35

1. Land op Suerenck, 4 ½ schepel en 20 ggld. des jaars
2. Robert Jans (zonder jaar)

 

Fol.35

1. Land op Suerenck, 2 schepel rogge des jaars.
2. Wolter Toenis, 1611-1612

 

Fol.35vso

1. Land op Suyrenck, 6 schepel des jaars.
2. Wolter Toenis, 1615-1618
3. Waarschijnlijk hiervoor op fol. 35 genoteerd.
4. Aert Lambers, 1619
4. Henrick Gerrits Sirck, 1623
4. Arnt Jansen, 1624
5. Op 6-10-1625 met Wychert Egberts en Wyllem Wylmss als mombers van de kinderen van zal. Henrick Gerriss als borgen van Wolter Toniss afgerekend.

 

Fol.36

1. Land op Suerenck, 2 schepel rogge des jaars.
2. Pijckeren van Drecht, 1607-1617
4. Lubbert Aarsen, 1618-1624

 

Fol.36

1. Land op Suerenck.
2. Wychert Egberts, voor zal. Henryck Gerrits, 1628
3. Zie fol.35 vso.
4. De meijer, 1627
4. Wyllem Wyllems en Jan Alberts de meijer, 1630

 

Fol.37

1. Land, 2 ½ schepel rogge des jaars
2. Lijsken Weyers op den Emsterenck, 1607-1617
4. Haar zwager, 1618
4. Gijsbert Andresen, 1620
4. De weduwe, 1624
4. Cornelis Jansen, 1627-1630
4. Maes Jansen, 1632
4. Egbert Reynders, 1634-1635 (wegens vorige)

 

Fol.38

1. Twee akkers ‘achter sijn hoiff’, 3 schepel rogge des jaars.
2. Henryck Wermels, 1608-1615
4. Derick Reynders, 1623-1627

 

Fol.38vso

2. Lubbert Schoemacker zijn achterstand betaalt, 1633-1635.

 

Folio 39 t/m 86 ontbreken.

 

Fol.87

1. Pacht, 1 gld. 18 stv. des jaars.
2. Gerijt Desemers, 1609,1619-1621
3. Idem betaald hij 1619 30 gld. In een keer

 

Fol.87

2. Roleff Pelen betaalt (zonder jaar)
3. Werd driemaal genoteerd

 

Fol.88

1. Hooiland, 6 ggld min 1 oortje, des jaars
2. Berent Woijster, 1608-1620, 1622
3. Zijn zoon Aert Woyster betaalde eenmaal
4. Jacob Jansen toe Wissel, 1620
4. Rutter Jacob, 1621-1625
4. Jan Woijster, 1622-1633 (o.a. voor de erfg. Van 2)
4. Gerrit Roelofs voor Ruter Jacob, 1627
4. Jacob Jansen Ruter, 1630-1637
4. Jan Dirckx den jongen, 1633

 

Fol.89

1. Een akker op de Suuckernck, 3 schepel en 1 spint.
2. Aert Lambers, 1612-1620
3. ’Die hij al lang in gebruik heeft.’ Weer gepacht voor 8 jaar, verlengt de pacht 1620 voor 8 jaar.
4. De erfg. van 2, 1621
4. Lubbert Herms, 1623
4. Henric Lambers, 1623-1624

 

Fol.89vso

1. Land op de Eperenck.
2. Gerryt Dercks T’Ep(e), betaalt de achterstand, 1611

 

Fol.89vso

‘Ick Herman Egbers bekenne met de olderluiden Jan van Vaess voor de kuerrogge, 1 schepel rogge ’s jaers als mijn komt van wegen den dickgreve ’t Eep, over 1611-1612, alzo ze door Gerrit Desemers overgewezen is. Soe were hij mijn betalen wyll geschied 3-5-1612.
Hermen Egbertss, custer tho Epe, getekend mit olderluijden Alphert van Huet ende Aelbert Janss Aldinck.’
‘Rest 1623’
(door Gerrit Jansen aan de koster betaald)

 

Fol.90

1. ½ schepel rogge des jaars.
2. Toenes Span, 1611-1619

 

Fol.90vso

1. Pacht
2. Aelbert Derrixsen, 1623-1628
3. Betaalde 25-1-1623 alles wat stond ‘ook van de 6 Keizergld. die hij aan de schoolmeester anno 1622 betaald heeft’

 

Fol.91

1. Pacht en rente
2. Evert (Deryckx) Smit int dorp, 1613-1626
4. Jan van Vasen, 1612, van wegen zal. Henryck Evers

 

Fol.92

1. Drie gulden des jaars.
2. Jan van Campen, 1620-1629
4. Jan van Vasen, 1630
4. Henryck Jansen, 1632
4. Jan van Krijckom (zonder jaar)

 

Fol.92vso

1. Zes gld, 5 stv.
2. Gerrit Jansen beldesnijder,1620,1624,1628-1629,1633
3. Met zijn moeder (1620)
4. Toenis Jacob, 1624,1626,1628
4. Jan Jansen snijder, 1630-1634

 

Fol.93

1. Zes mudde rogge des jaars en een half achtendeel boter.
2. Gisbert Andressen, 1622

 

Fol.94

2. Gisbert Andresen, 1623-1624
3. Zie fol. 93.

 

Fol.95:

Blanco

 

Fol.95vso

1. Geldlening: drie daalders des jaars rente.
2. Gerrit Herms toe Dijkhuesen, 1623-1624,1627
3. Aan Warner Martens op de Hoeff zoon geleend en zijn van de 50 dld. gelost 25 dld.
4. Zijn vrouw, 1628
4. Jan Peters, 1629-1634
5. Lubbert Hermens betaalde voor Jan Peters, 1635.

 

Fol.96

1. Drie gulden des jaars.
2. Warner Martens, 1625,1627, 1630-1633
3. Zie fol. 95vso

 

Fol.97

1. Een gift van 25 dld., rente niet genoemd. Jan van Drecht gaf dit, 1625.

 

Fol.97

1. Merija Peters ander Lobbetbrinck gaf 16 dld. aan de Armen die belegd zijn aan Jan Jansen Cupper, nu aan Jan Gangolffs, nu aan Jochem Berns.

 

Fol.97vso

1. Pacht: een kamp land, 5 schepel.
2. Derk Gerrys, 1627-1636
4. Jan Derks de jonge, 1634
4. Ryck Deerkx, 1636

 

Fol.98

1. Twee goudgulden.
2. Henrick Henrijkx toe Woesselt en Jan Hendriks, 1624
4. Henrick Henrijkx, 1626
4. Heijlle wed. van Jan Hendriks, 1630-1635
4. Toenijgijn, wed. van Henrick Henrijkx, 1630-1632

 

Fol.98vso

1. Pacht: twee akkers op Laerenck, 6 sch., 3 spint.
2. Gerrit Roleffs, 1626-1630
4. Lubbert Henrix, de helft, 1627

 

Fol.99

1. Pacht van een akker op Emsterenck, 3 sch. en 3 spint.
2. Jan Derrickx Mussert, 1628-1639
3. In 1629 nog betaalt voor zijn vaders ‘geboer’
4. Ryck Derckx, 1636
4. Jan Wuyster, 1639
5. Op 1-5-1636 hebben de olderluyden met Jan Dercks boeswaarder afgerekend.

 

Fol.99vso

1. Land en roggepacht.
2. Dres Derrickx, 1628-1633
3. Zijn vrouw bet. 1633

 

Fol.100:

Blanco

 

Fol.101

1. Pacht van ‘Die Horne’, 4 sch, 3 spint
2. Jacob Lambers toe Wessele, 1629-1635

 

Fol.102:

Blanco

 

Fol.102vso

1. Een mud rogge des jaars.
2. Jacob Wyllems Horst, 1632,1634
3. Betaalde wegens zijn moeder Karsyn, weduwe.
4. Lesken Jansen, 1634
4. De dochter Mechtel, 1634

 

Fol.103

1. Twee daalders
2. Toenis Jansen aan den Loebrenck, 1625-1627
4. Zijn weduwe, 1632-1633
4. Toenes Wyllems, 1633-1635

 

Hierna is de nummering in het orgineel verkeerd genoteerd!

 

Fol.93

Gerrit Ruloffs Muller overlegd zijn rekening aan de olderlieden, gildemeesters en schutten van St. Anthoni Ermen tot Epe, van ontvangst van rogge en uitgifte bewezen. Hij blijft schuldig 15 mudde en 2 schepel rogge.
Akte dd. 18-1-1633.

Ondertekenaars:
Gerart then Holt, scholtus tot Epe, Alphert van Huedt, Bernt Gisberts, Gerhardt ten Holte, Gerrijt Jansen, Reier Albers merk, Derck Henrix merk, Jan Woeisters merk, Drees Derrijcks, Peter Gerrijth(s), Gerrit Rolefss merk, Joh. Stepehani, pastor tot Epe, Gerrijt Jansen ten Holte, Willem Lubbertsen, Jan Berents, Joachim Berens merk, Lubbert Henrijckx.

 

Fol. 93vso

Idem doet Jan Gangolffs afrekening, 18-1-1634.

Ondertekenaars:
Gerart then Holt, scholtus tot Epe, Gerrijt Jansen, Jan Berents, Gerrit Rolefss merk, Lubbert Henrijckx, Reier Albers merk, Jan Wuesters, Derck Henrix merk, Willem Lubbertsen, Joechim Berens merk.

 

Fol.94

1. Pacht van twee akkers op Sueckerenck 7 sch. rogge des jaars.
2. Aert Hagedorn
3. Bet. door Fijt Gerrits, 1632-1635

 

Fol.95

1. Op 19-12-1635 hebben de olderlieden afgerekend met Jan Tonnes Span, van 7 schepel des jaars.
4. Lubbert Stevens, 1638

 

Fol.95vso

1. Jan Derrix Muller ‘vandie muele opten mule opten Borrich (Dit zal de Wisselse korenmolen zijn geweest.)’ overlegd zijn rekening aan de olderlieden, gildemeesters en schutten van St. Anthoni Armen tot Epe, van ontvangst van rogge en uitgifte bewezen, 18-1-1636.

Ondertekenaars:
Gerart ten Holt, scholtus van Epe, Johannes Wilhelmus Steffens, pred. tot Epe, Alphert van Huedt, Jan Berents, Lubbert Henryckx.

 

Fol.96-100:

Blanco.

 

Fol.101-104:

Ontbreken.

 

Fol.105:

Blanco.

 

Fol.105vso

Schuldbekentenis: Rijck Aerts & Lubbe nemen op van St. Anthonie, 50 Keizergld. tegen een rente van drie Keizerglds. het jaar. De som komt van Berent Gijseberts & Steventgen, die het bij testament hebben geschonken.
28-2-1627.

Ondertekenaars:
Rijck Aertsen, Gerrijt Jansen, Johannes Torsius, schoolmeester tot Epe.

Nb: Rijck betaalt 1630,1632-1633.

 

Fol.106

Gerrit then Holte, scholtis, en Berent Gijseberts, olderlieden, hebben met consent van de gildemeesters en aanwezige schutten in pacht gegeven voor zes jaar aan Desemer Jans & Anna, ‘Essenererve’, zijnde een kamp land met het land op de enk, zoals hij al eerder in gebruik had, voor 6 ½ mud klare winterrogge Epermate, te betalen op St. Martini. De pachter moet het houtgewas steken bij poene (straf) van 6 ggld., zo vaak als dat wordt aangezegd. Voorts dient hij op St. Anthoniedag een half achtendeel goede boter bij de deling in de kerk leveren, 6-3-1629.

Ondertekenaars:
Gerart ten Holt, scholtus van Epe, Jan van Vasens merk, Desemer Jans merk, Bernt Gijsberts, Aelbert Dercks merk, Alphert van Huedt, Joost ten Holt, Hermen van Hyden, Rijck Aerts, Lubbert Henrijcks, Gerrit Jansen, Drees Derrijcks.

 

Fol.106vso.

Henrick Egberts Pijckeren & Leentken Davits bekennen schuldig te zijn 34 ggld., 6-3-1629.

Ondertekenaars:
Gerart ten Holte jr., scholtus van Epe, en gerichtslieden: Joost ten Holte, Rijck Aerts alsmede Henrick Pickeren.
(Afgelost 4-4-1631)

 

Fol.106vso

Derck Henrix & Geertgen Garrits bekennen schuldig te zijn 53 gld., 8-4-1631.

Ondertekenaars:
J. Torsius, schoolmr. tot Epe en Derk Henrix.
NB: Hij betaalde 1633 de rente.
(Afgelost 25-4-1643 door Evert Jansen)

 

Fol. 107-108:

Blanco.

 

De volgende olderlieden die als ontvanger fungeerden werden genoteerd (met jaartal)

Thijs Gerijs

1603

Geryt Jansen

1607-1609, 1613, 1615-1616, 1619

Henryck Evers

1608-1609

Jan van Vasen

1610-1614

Wyllem Desemers

1614,1616

Gerryt Andresen

1614-1616, 1618

Jacob Martens

1615, 1618-1620, 1622-1623, 1625, 1628-1629

Gerryt Desemers

1616-1617

Aert Hagedoren

1618

Aaert Lambers

1618

Jan Barns

1618, 1620, 1622

Toenis Egbers

1622

Aernt Jansen

1623

Johan Torsijus, schoolmeester

1625

Gerryt Jansen

1630

Derk Hendriks

1631

Gerryt Roliffs

1633

Jan Gangolffs

1633

Dries Gers

1633

De schout G. ten Holte

1633

Gerrit Woijsters

1633